11. Het Kringgrepurnenveld

Het N. gedeelte van de Gasterensche begraafplaats met haar verschillende bijzettingsvormen volgde een lichte, in N.W. richting verloopende terreinwelving. Daarvan vormde het N. gedeelte het eigenlijke kringgrepurnenveld. Het liep met een boog om den juist beschreven paalkransheuvel 37 heen. Van Noord naar Zuid strekte het zich uit over een lengte van circa 200 m, bij een breedte van ongeveer 50 m (Afb. 10 en 13). Wij hebben dit urnenveld, voorzoover ons bekend, in zijn geheel opgegraven. In het verdere gedeelte van de begraafplaats, dat speciaal uit zgn. brandheuvels bestond, werden slechts eenige steekproeven genomen (Afb. 24). Wij zullen deze straks afzonderlijk bespreken. Voorts lagen dergelijke brandheuvels ook hier en daar op het urnenveld in engeren zin.

Het laatste bestaat nog weer uit drie, meer of minder scherp gescheiden, zij het in elkaar overgaande gedeelten: een Noordelijk (Afb. 14 en 16), een Zuidelijk (Afb. 23) en een daartusschen gelegen, verbindend middengedeelte (Afb. 18, 20 en 22). Dit laatste heeft kenmerken van de beide andere.

De begraafplaats onderscheidt zich in haar geheel onder andere soortgelijke, zoowel binnen- als buitenlandsche nekropolen, door de duidelijke stratigrafische ligging harer bijzettingen ten opzichte van elkaar en voorts door het samengaan van meerdere, verschillende bijzettingstypen. Zij komt, wat dit aangaat, nog het beste overeen met het in 1937 opgegraven grafveld op het Koelingsveld bij Vledder *). Overigens meen ik, ter verdere inleiding, te mogen volstaan met een algemeene verwijzing naar het handboek Drente van J. Poortman, 2de druk 1943, waar (p. 505-513) evenals in de juist genoemde verhandeling, een uitvoerig litteratuuroverzicht is gegeven .

De onderscheidene vormen van kringgrep-bijzetting heb ik indertijd, voorzoover mij bekend geworden, samengebracht in een tabel “). In totaal konden er toen 32 typen geregistreerd worden. Daarvan ontmoetten wij hier (Afb. 13) negen, deels met, deels zonder houtbouw:

1. zonder houtbouw

a) rond, enkelvoudig, gesloten: type 1 (48 x);

b) als voren, doch ovaal: type 2 (6 x);

c) langgerekt, enkelvoudig, open: type 13 (2 x);

d) rechthoekig, enkelvoudig, gesloten: type 16 (1 x);

Van Giffen, A. E.: Das Kreisgraben-Urnenfeld bei Vledder. Mannus Z. 1938. P-P. 331.

*) In het vervolg afgekort: Opgrav. Drente 1943.

N. Dr. Volksalm. 1941, p, 36-37, Bijl, I. Daarvan konden sindsdien nog slechts twee varianten 22a, resp. 24a (= prototjrpe van 22) worden toegevoegd.