Verschil van smaak is toch licht mogelijk en dient het inschakelen van den Hoogen Raad van Adel niet alleen of tenminste in hoofdzaak om ontsporingen op het terrein der heraldiek te voorkomen?

Hoe dit ook zij, naar onze meening had het Hooge College niet alleen juister, maar zeker ook hoffelijker gehandeld, wanneer even een briefje was gezonden met de vraag of accoord zou kunnen worden gegaan met een wijziging van het ontwerp, als de Hooge Raad gaarne zou zien. Vrij zeker zou dan voorkomen zijn, dat in den schildhoek het klaverblaadje met tronk op deze wijze werd opgenomen als herinnering aan de Burmania’s, omdat het gemeentebestuur er stellig op zou hebben gewezen, dat in dezen vorm de schildhoek het wapen van den Frieschen edelman Haring van Glins, President van het Hof te Franeker zou vertoonen, tot wien de gemeente Vledder nimmer in eenige betrekking heeft gestaan.

De Rijksarchivaris in Friesland was zoo welwillend om voor ons na te gaan of er eenige genealogische samenhang heeft bestaan tusschen de geslachten Burmania en van Glins, welke door ons vermoed werd op grond van de gedeeltelijke overeenkomst der familiewapens. Het klaverblad aan een tronkje komt immers als wapenfiguur maar zeer weinig voor, wij althans troffen het nimmer ergens anders aan dan juist in deze beide familiewapens.

Het onderzoek leverde tegen onze verwachting, geen resultaat op. Niet alleen is er geen enkele samenhang tusschen deze beide geslachten bekend, maar de archivaris schrijft ons zelfs, dat hij ervan overtuigd is, dat die ook niet heeft bestaan, zoodat de gedeeltelijke wapenovereenkomst een zuiver toevallige is.

Dit maakt het plaatsen van het klaverblaadje in den schildhoek nog betreurenswaardiger. Wel is waar is inmiddels ook gebleken, dat er leden van de familie van Glins zijn geweest, die het klaverblaadje voerden, gedeeld met den halven adelaar, zoodat tegen het aangevraagde wapen het bezwaar zou kunnen worden gemaakt, dat de combinatie van halve adelaar plus klaver ook niet specifiek is voor het geslacht Burmania, maar met eenig overleg zou stellig een oplossing te vinden zijn geweest, die beide partijen had bevredigd. Zoo zou b.v. een combinatie van het klaverblad met den leeuw van Burmania zeer wel dienst hebben kunnen doen.

En op die wijze zou de totstandkoming van Vledder’s wapen ook meer in overeenstemming zijn geweest met den geest van onze Nederlandsche gouvernementeele tradities, die in dien tijd Juni/Juli 1940 nog nauwelijks verzwakt leefde!

Oosterwolde (Fr.), 12 Januari 1946.