Reinolt van Burmania was Drost van Drenthe van 1540 tot 1557. De familie woonde destijds op Huize „Moersbergen”, gelegen in de tegenwoordige gemeente Vledder. Het huis is weliswaar verdwenen, maar de naam leeft nog voort in „Moerhoven”, het perceel, waar het gebouw eens stond.

Het is niet alleen de omstandigheid, dat Reinolt van Burmania Drost van Drenthe is geweest, die tot opneming van dit motief in het wapen leidde, het was vooral ook de groote rol, die de Burmania’s bij de vervening om Vledder speelden, die hiertoe den doorslag gaf.

Niet geheel zeker is het, welk wapen door dezen tak van de famme Burmania werd gevoerd.

Rietstap geeft er in zijn „Armorial Général” drie verschillende, overigens wel grootendeels opgebouwd uit dezelfde elementen.

Het eerste is: gedeeld. 1. in goud een halve adelaar van sabel, uitgaande van den deellijn; 2. in azuur een klaverblad van goud aan een tronkje van hetzelfde, schuinlinks geplaatst.

Het tweede is eveneens gedeeld en heeft dezelfde rechterschildhelft, maar de linkerhelft is: in azuur twee gouden klaverblaadjes, paalswijs geplaatst.

Het derde Burmania-wapen tenslotte, is in vier kwartieren verdeeld. Het eerste kwartier heeft de halve adelaar, het tweede en derde het klaverblad aan een tronkje, alles in dezelfde kleur en plaatsing als in eerstgenoemde wapens, het vierde kwartier heeft in goud een leeuw van keel.

Het Rijksarchief in Drenthe bleek geen enkel zegel van den Drost Burmania of van eenigen anderen Burmania te bezitten, maar de archivaris was van meening, dat vrij zeker het gekwartileerd wapen door dezen tak is gevoerd.

Uit overweging, dat een herinnering aan het geslacht Burmania zeer zeker in het Vledder wapen op haar plaats is, maar dat dat blazoen ook weer niet al te zeer moet domineeren, omdat de relatie wel innig, maar niet van eeuwenlangen duur is geweest, werd alleen de halve adelaar opgenomen. Daar deze wapenfiguur in Friesland zeer algemeen is, werd, om nog nader te accentueeren dat dit de adelaar der Burmania’s is en niet die van eenige andere Friesche familie, nog het klaverblad met tronkje in gewijzigde kleur in den poot van den vogel geplaatst.

Het bovenste deel van de linker schildhelft herinnerde aan een episode uit Drenthe’s geschiedenis, die nu vermakelijk lijkt, maar die destijds eenige jaren (van 1613 tot na 1620!) een bron van veel narigheid is geweest: het geschil tusschen de Landschap en de Magistraat van Steenwijk over een vallaat in de A tusschen Vledder en Wapserveen.