overschot van zijn vader per schuit naar Dordtrecht (waar het in de Groote Kerk bijgezet zal worden) naar den Haag terug, al zal hij nog 3 maanden „het bedde moeten houden met een continuele coortse en sware verheffinge”, waarbij hij aanteekent: „ujrt welck alle nochtans de Here mij heeft gereddet”.

Nog in hetzelfde jaar wordt Mr Pieter Beelaerts tot belooning van zijn verdienste benoemd tot Gommis-Stapelier der Generaliteitslanden te Dordtrecht welke fimctie hij benevens een aantal stedelijke ambten tot zijn dood heeft bekleed.

Wat uiteindelijk het lot van den ontrouwen ontvanger geweest is, kan hier helaas niet vermeld worden. Het vonnis van den Hove van Holland is mij niet bekend! Een uitvoerig relaas van Piccardt’s geval is te vinden in een brief van Beelaerts en v. Haersholte aan den R. v. S. in originali gevoegd bij het officieel verslag van de reis.