wildt als patrijsen, corhoederen, sneppen, kievitten, camphanen, leeuwercken, enden, talingen enz.” Den volgenden dag weet men lijd te vinden om het Magazijn te visiteeren en de fortificatiën en ~verdere affaires te acheveeren”, terwijl ’s namiddags ~het divertissement van ’t schieten” noch eens hervat wordt, ~sijnde daechs te voren te wel uytgevallen om daer bij te blijven steecken”

Dan volgt een Zondag, welke door ’t gezelschap ~in devotie wordt doorgebracht”.

Maandags vroeg lossen vijf stukken geschut „de afscheidssalueringe” ter eere der hooge bezoekers, die nu de Nieuwe- of Langackerschans nog moeten inspecteeren. Weer begint het met een plechtige, officieele begroeting door de plaatselijke autoriteiten. Dan begint de rondwandeling door het fort, waarbij zoowel de fortificatie als het Magazijn in slechten staat worden gevonden. Bij onderzoek blijkt dat er na den zwaren storm van December 1686 dus 5 jaar terugl niets gebeurd is om de ontstane ernstige schade te herstellen, ’t Eenig onderhoudswerk dat gedaan is, is het teren der affuiten op de wallen! 1

Door het fraaie weer aangemoedigd, besluit men na afloop der inspectie een wandelingetje te doen naar Oost-Friesland „op wier grensen dese fortresse kijdt”, bij welke gelegenheid men de stad Embden duidelijk kan zien liggen.

Den volgende dag rijdt men (ditmaal zonder de ordinaire saluutschoten, waarschijnlijk bij gebrek aan „buspolver”!) de groote Bourtanger heide op om het fort van dien naam in oogenschouw te nemen; de weg er heen is met rijs verstevigd. Doch eenmaal daar aangekomen, blijkt de commandant Clant met de daar in loco zijnde heeren op jacht en verder is er niemand aanwezig, zelfs niet de daar ontboden ontvanger Piccardt.

De Haagsche heeren voelen zich meer en meer aan ’t uiteinde der wereld! Men begrijpt wel dat ’t gezelschap op het fort hen ~naer alle apparentie niet veel vermaeck sal connen aenbrengen”. Met het logies vlot het dit keer ook weer niet, want het huis van den Gommis, waar men gewoonlijk gezamelijk den intrek neemt, is door een commissie uit de Staten-Generaal in beslag genomen, zoodat men door ’t heele fort moet zoeken naar onderdak en dit gedeeltelijk vindt bij den predikant, ten deele bij ~eens vendrich’s weduwe”, ’t Verblijf op de grenspost is echter slechts van korten duur, want daags daarop in den vroegen morgen reizen de Gecommiteerden weer af „onder ’t losschen van alle het geschut rondomme” welk eerbetoon steeds gememoreerd wordt.

Wanneer men te Bourtange in ’t fort terug komt, verschijnt eindelijk Ontvanger Piccardt om zich ~volgens ordres” aan de gedeputeerden te presenteeren, waarna hij in arrest wordt genomen, gelijk de Raad van State bevolen heeft. Door een sergeant en twee soldaten bewaakt, wordt hij met bekwamen spoed op transport naar den Hage gesteld. Echter wordt op zijn verzoek vóór