de hei, hier en daer door ~kleijne bosschagiën” bereikt men uur later „Vriese”, dat er ook al weer slecht afkomt. Van de genaturaliseerde inwoonders, alias ~verckens”, die men in menigte troepen op de weg tegenkomt, heet het ~dat men moeyte heeft de menschen daarvan te onderschtijden.” Een zucht van verlichting gaat door de reizigers als men de herberg „de Punt” in het oog krijgt. De paarden worden uitgespannen en gevoederd, ~doch” zoo schrijft Mr Beelaerts in zijn journaal ~het ongeluck accompagneerde ons „als te voren” want weer is er niets voor den inwendigen mensch te krijgen als ~Groeningsch bier”. Na een pause van eenige uren aanvaardt men de laatste etappe, het stuk, De Punt-—Groeningen”, waar men even vóór zessen op de Groote Markt afstapt in „de Toelast.” ’t Begint met een fiksche verschoning, ~uyt vrese ons enige relequiën van de doorgereden landouwen „mochten bijgebleven sijn”; dan laat men zich door den waard „niet qualick ~onthaelen op ’t geen de heeren eenige tijd hadde gemanqueerd”. Hier vindt ook de ontmoeting plaats met ingenieur Alberdinch, die de commissie zal moeten voorlichten in technische zaken, benevens met Raetsheer Bottenius als afgevaardigde der stad Groningen en den heer Alberda namens de Omlanden, die beiden als provinciale autoriteiten de tocht naar de fortificaties zullen bijwonen, doch die beiden verklaren eerst eenige dagen later te kunnen vertrekken. Om deze reden spreekt men af, afzonderlijk derwaarts te reizen en elkander aan de Bellinckwolder Schans te ontmoeten. Wanneer de Gecommiteerden daags daarop zijn aangekomen, presenteert de Commandeur daar aan de Hollandsche heeren ~het plaisir van ’t visschen in een kreeck niet ver van de Schans”, welk gedierte in zoo ongelooflijke quantiteit voorhanden blijkt te zijn, dat allen, de vreemdelingen incluis er dien dag een maaltijd aan hebben. Tegen den middag staat de verpachting van de den lande toebehoorende gronden te Wedde en Westerwolde op het programma, in tegenwoordigheid van Ontvanger Piccardt, hoewel deze volgens de „secrete resolutie” van den Raedt van State in arrest genomen moet worden. ~Maar”, lezen we dan, wat een eenigszins comischen indruk maakt ~hiertoe ontbrack de Commissie de gelegenhtijt, wijl in dese plaets geen guarnisoen lach”.

B.ijkbaar heeft men wat met deze opdracht in de maag gezeten en wij wagen de veronderstelling, dat Louis Piccardt als een even vechtlustig heer bekend heeft gestaan als zijn beruchte broeder Johan te Coevorden, zooals die geteekend is in het boek „Silhouetten” van L. E. in de aardige schets: „Pastor Piccardt’s Boek”, ’t Lijkt dus raadzaam de arrestatie nog even ~uyt te stellen totdat in Bourtange gecomen zullen sijn, daer hem belaste (sic) H.Ed.Mog. te comen vinden, vermits enige affaires daer met de anderen hadden te termineren” staat er. Na den eten namen eenigen van het gezelschap „het vermaeck van ’t schieten ter hand, vermits de meenichte van allerhande