gemaakt worden, zoodat er verluidt dat zij in gevaar verkeeren geheel te verdrogen. En dan is er onlangs nog een „secrete resolutie” aan de Gecommiteerden van den Raedt verstrekt, ’t Is nl. met het innen der belastingen in ’t hooge Noorden lang niet in orde. Da gelden komen niet regelmatig binnen, ja er is groote achterstand door het Comptoir-Ganeraal geconstateerd en de daarvoor verantwoordelijke ontvanger, Louis Piccardt, wonende te Veele in Westerwolde, moet nu eindelijk maar eens in arrest genomen worden en naar de castelmije van den Hove van Holland gebracht worden om berecht te worden en verantwoording af te leggen, vermits hij onder beschuldiging staat de door hem ambteüjk g«inde landspenningen „door débauches en andere quade conduite” doorgebracht te hebben.

De najaarsreis naar het Noorden is dus waarlijk niet overbodig te noemen. Verdrogen b.v. de Bourtanger moerassen, dan zou de veiligheid van den Staat ~met excessive costen en ’t opwerpen van meerder sterckfjens en fortressen moeten worden gemaintineerd.” En, wat ontvanger Piccardt betreft, zijn wanbeheer is den Hage al lang genoeg tot ergernis geweest!

* De toebereidselen voor de verre tocht komen dit keer voornamelijk neer op het Lid van den Raedt Mr Mathijs Beelaerts, die, zelve een niet al te goede gezondheid genietende, van plan is zijn zoon, Mr Pieter Baelaerts als secretaris ter assistentie mede te nemen. Man moet er op rekenen, dat de reis minstens eenige weken zal vorderen. Een ander lid der gedesigneerde commissie, de burgemeester van Bolsward, de heer Van Haersholte van de Cranenborch, zal zich in het Noorden bij het gezelschap voegen, evenals de ingenieurs die ambtshalve mede gaan en die eveneens momenteel elders geroepen zijn.

Daar de Septembermaand doet vreezen, dat de reis, ditmaal voerende door moerassige streken, wel eens zeer „difficiel” zou kunnen wezen, besluit Mr Baelaerts behalve de gewone koetspaarden nog een paar andere te koopen. Zorgvuldig laat hij de cales, waarmee een groot deel van den weg afgelegd moet worden, nazien en „tot alle veranderinge van sporen bequaem maken.” De zwaarste „paccagie” van papieren, kleeren en linnen wordt vooraf „te water” naar Groeningen gezonden. Slechts een klein valiesje „tot verschoninge en gemack onderweg” gaat in de cales mede. ’t Is de 12e September, als vader en zoon naar gewoonte tot afscheid hun opwachting bij H.Ed.Mog. maken en „recipoce van deselve geluck op rijse” worden gewenscht. Dan zendt men de cales vooruit naar Utrecht „om een daechje te connen uytrusten.” Slechts van den lijfknecht vergezeld, begeven de Gecommiteerden zich in ’s lands binnenjacht, een geriefelijk vervoermiddel, naar Utrecht. Langs de Ldjdsche Treckvaert over Rijswijck, Voorburch, Ldjdschedam, Voorschoten en Soeterwoude glijdt het gezelschap genoegelijk langs vele fraaie „heerlyck-