heel in rijm” „Braga had een dubbele bedoeling: in de ruimste zin wilde het afrekenen met alle middelmatigheid in dichtkunst en kritiek, in engere zin was het gericht tegen de Leidse richting in de Romantiek, vertegenwoordigd door Heets c.s. Nu eens was de romantiek, dan weder de water-en-melkpoëzy aan de beurt; nu eens werden de taalverminkingen gegeeseld, dan weder de recensenten afgeranseld.” Met jonge felheid dorst men van leer te trekken ook tegen veel hooggezetens op de Nederlandse Helikon. In kostelijke spot en striemende satire richtte men zich tegen tijdschriften als „De Boekzaal”, „De Vaderlandsche Letteroefeningen" en „De Gids", tegen de ~almanakkenpoëzie”, tegen de navolging van Byron, en wat niet al. En daarbij achteraf te mogen bedenken, dat de jonge ten Ka t e —■ J. J. L.l een belangrijke plaats innam in Braga’s anonieme redactie! ... Men spotte dan ook bijzonderlijk met de „Beefs-Byrons”.

Geen wonder, dat Van der Veen met „De Roover" in Braga een beurt kreeg! In het eerzaam gezelschap overigens van Heets en Van Lennep die er op de Hollandse Parnas van niet minder dan moord en eveneens van diefstal beschuldigd worden. In gelijke trant heet het dan ’)

Aan den Auteur van „De Roover, een Drentsch Verhaal".

Uw roover is een dief van ’t hoofd tot aan de zolen. Wee ’t geld van die hem koopt, den tijd van die hem leest!

U had’ hij toen hij kwam gewis ’t verstand ontstolen, Waart gij die kleinigheid niet lang reeds kwijt geweest!

Feller kon het ook al niet! Toch: Wij voor ons zullen Van der Veen er zeker niet hard om vallen, dat hij als kind van zijn tijd, toen, hier, in het geestelijk nog wel zeer uitmiddelpuntig gelegen Drente, zó hevig meeleefde

Braga, Dichterlijke Mengelingen, uitgegeven door een Dichtlievend Genootschap, onder de nooit gebruikte zinspreuk ~Utile Dulci”. Het eerste nummer verscheen i December 1842; er kwamen twee jaargangen uit. Het werd herhaaldelijk herdrukt (’n Zeldzaamheid voor een tijdschrift!): 1854, ’n Bloemlezing „Bragiana", door Ds G. T. Kits van Heyningen; 1863, complete herdruk 0.1. v. Ten Ka te; 1883, complete herdruk 0.1. v. A. Winkler Prins. Voorts 1859, een bundel Bragiaantjes van Ten Ka te, en 1890 Braga redivivus van Winkler Prins c.s. (Opsomming naar K. ter Laan, Lett. Wbk.).

“) Geciteerd uit DrP. H. Schröder, Parodieën inde Nederlandsche Letterkunde” (Haarlem, 1932), die zelf deels A. Winkler Prins aanhaalt uit diens Inleiding en Toelichting bij de nieuwe uitgave van Braga (1883).

®) BragUt p. 32. Ik citeer naar mijn exemplaar, van de herdruk van 1863. (Utrecht, Post Uiterweer & Comp.).