Rond Ten Kate’s Bragacritiek op een Drentsen „Beetsbyron^'

(J, van der Veen Azn., auteur van „DE ROOVER, EEN DRENTSCH VERHAAL")

door H. J. Prakke.

Voor Mejuffrouw A. J. Scholte, Van der Veen’s biografe, ‘) bij haar afscheid als Bibliothecaresse.

Veel zal Jan van der Veen’s omvangrijke, verhalende gedicht „De Roover, Een Drentsch Verhaal" in 1838 te Koevorden bij D. H. van der Scheer verschenen ®) wel niet meer ter hand genomen worden. ») Toch blijft het voor ons interessant als Drents specimen van een merkwaardige stroming in de wereldlitteratuur van de eerste helft der vorige eeuw: Het „Byronianismus", gelijk men het destijds uitdrukte, de noodlotspoësie van de „Weltschmerz”.

Van der Veen was in ons gewest niet de enige, die in die jaren tot imiterens toe gegrepen was door Lord Byron, diens verzen en diens „spleen”. Ook de jongste der „Drie Podagristen”, Alexander Lesturgeon „had het wèl te pakken!” *) „Een dichterlijke pruttelaar”, spotte Harm Boom, enkele jaren later nog. *) „Aan Byron" dichtte Lesturgeon in zijn „Rietscheutgalmen" (evenals ~De Roover” in 1838 verschenen) :

1) Zie de „Nieuwe Drenische Volksalmanak 1942”, p. 89 en vlg.

“) Aan de keerzij van de franse titel staat vermeld:,,Gedrukt bij P. S. Bargh o o r n» te Groningen”. Wat alweer weinig steun geeft aan de suggestie, dat de Van der Scheer’s in Koevorden een eigen drukkerij zouden gedreven hebben.

®) Het door mij gebruikte exemplaar bevindt zich onder nr Kssin de Bibliotheek van ons Provinciaal Museum te Assen.

Aldus Dr U. Schults Jr, Het Byronianisme in Nederland, (Diss. Utrecht 1929), p. 101/102. Van dit boek heb ik bij de voorbereiding van dit artikel zéér genoten. Mejuffrouw B. Übi n k van de Groninger Universiteits-Bibliotheek hartelijk dank voor deze handwijzing!

Zie mijn art. „Hoor Harm BoonCs Drentsche Bril van 1843 de Podagristen nader bekeken”, in het Maandblad „Drente” van Mei 1942.