ingelcvcrde schadelijke dieren*’ bevonden zich ook Hartogh Heys van Zouteveen getuigde in 1864 van hun zeldzaamheid. In het maandblad Drente van Maart 1932, hield J. de Robé een warm
pleidooi voor de bescherming van de das, die zooals later Fop I. Brouwer eveneens opmerkte «*) in ons land bijna uitgeroeid is i).
c. De Marters zijn eveneens thans in Drente practisch geheel uitgeroeid. Zij kwamen vroeger sporadisch voor: De Tegenwoordige Staat noemt ze zeldzaam en in 1803-1808 en 1850 werd geen enkele ingeleverd.
Op 8 April 1915 werd er één te Frederiksoord gevangen en op 13 Febr. 1922 werd een exemplaar te Westervelde bemachtigd, waar een 40 jaren eerder ook een marternest werd gevonden. Op 10 Jan. 1934 werd te Emmererfscheidenveen een marter in een eendenhok aangetroffen en vanzelfsprekend doodgeslagen, hetgeen als een heldenfeit in de dagbladen werd vermeld. Nadien zijn geen marters meer in Drente waargenomen.
d. De Otters. Door verschillende besluiten van de Drentsche overheid werden premies gesteld op het vangen van otters, b.v. bij dat van 11 Maart 1704. Die premies en de waarde, welke de huiden der gedoode dieren opbrachten, hebben geleid tot een zeer sterke vervolging, die het aantal otters snel deed afnemen. In 1850 werd slechts 1 otter aangebracht, voor het uitbetalen van de premie.
Otters moest men in Drente aan de randen zoeken, bij rivieren en meren; in het Zuid-Westen rondom Meppel, aan de Noordrand speciaal in de Hunze, het Zuidlaardermeer, het Paterswoldsche meer, het Friesche Veen, Sassenheim, de Drentsche Aa, het Leekstermeer en in de Matsloot. Bekende Drentsche ottervangers in dit gebied waren, in de laatste veertig jaren, H. en D. Bathoorn te Peize, A. Arends te Helde, die in Februari 1919 zijn honderdste otter ving en Diertens en Lubbers te Roden, terwijl A. Lok te Haren er ook een honderdtal wist te bemachtigen.
Tengevolge van het feit, dat de afdeeling Groningen van de onderafdeeling Zoetwatervisscherij der Ned. Heidemaatschappij, de eenigste in ons land wm, welke een premie groot / 1.50 per otter voor de gedoode dieren uitkeerde, welke otters alle op de Noordrand van Drenthe gevangen werden ,is dit gebied van onze provincie de eenigste streek in Nederland, waarvan een betrouwbare statistiek over ottervangsten bekend is. Gegevens verstrekt door den Heer J. G. C. Bos, —die te Groningen de genoemde premies uitbetaalde dienden G. A. Brouwer o.a. tot grondslag voor een studie “’), welke helaas
In het voorjaar van 1946 werd een exemplaar gevangen te Niebert, gem. Marura.