leverd, die ze voornamelijk naar België verzonden. In de tijd van de „vluchters” omstreeks Zuidlaardermarkt, wanneer de vangsten het grootst waren kochten zij elk wel 2 & 3000 lijsters per dag.

Dat in latere jaren de vangsten verminderden, omdat door het verdwijnen van het akkermaalshout de trek niet meer over Drente zou gaan, zooals Buiskool meent —, lijkt ons niet waarschijnlijk. Bij de vogelwet 1912 kwam er een plotseling einde, daar artikel 24 het plaatsen van netten en strikken verbood. Maar in Norg waar de lijstervangst voor sommigen een winstgevend seizoenbediijf vormde zoodat ze er in goede jaren soms een koe voor konden aanschaffen mocht het bediijf nog vijf jaar lang worden voortgezet.

11. De uitroeiing van schadelijk gedierte in Drente.

Fig 6. Drentsche lijsterstrik (uit Buiskool).

In oude plakkaten wordt over het „schadelijk gedierte” niet veel vermeld behalve dan over de wolven —. Het „placaet op de jacht en visscherij”, van 1632, bevat de volgende bepaling hierover:

„Ende naerdien men oeck bevindet, dat de crayen ende roecken seer vermenighvoldigen ende soewel int hout, als int coem ende grasslanden groete schaede doen”, is bevolen, „dat de ingesetene deser landtschap gehouden sullen syn, alle kraeyen- ende roeckenesten ende eyeren te verstoren ende vernielen: ende in alle carspelen seekere geswoerene te kiesen, die jaerlix