windhonden joeg”. Magnin geeft acht jachtpartijen op, waarbij telkens naar een bepaald punt de Wolfsbaak bij Schoonlo moest worden opgetrokken. Ook vele namen van landerijen in Drente, zooals Wolfsmaat, Wolvenveen, Wolvenbosch en Wolfsbergen, evenals Huize de Wolf te Haren en de Wolvenschans bij de Leek, herinneren nog aan dit „schadelijck gedierte”.
De laatste wolvenpremie werd uitbetaald in 1758, door den Ontvanger-Generaal Mr Joh. van Lier, aan een viertal Holther ingezetenen.
Ook buiten de landschapsgrenzen werd dikwijls bij deze jachten medewerking ondervonden. Joegen in de 16de eeuw de bewoners van het Groninger Westerkwartier ~hun” wolven nog geregeld over de Drentsche grens, in 1608 werd een gezamelijke jacht georganiseerd in Fivelgo, Westerkwartier en Drente en in 1772 nog trof de Drost van Wedde voorbereidingen voor een „generale Wolvejagt” in Westerwolde, waaraan ook de Drenten zouden meedoen **).
c. De lijstervangst. Deze werd vanouds veelvuldig in Drente beoefend. De Tegenwoordige Staat spreekt dan ook van de ~smakelyke Lyster”. Zoodra in de nazomer de „liesterkrallen” maar even begonnen te kleuren, werden re verzameld en bewaard in wit zand of op een lange stok gehangen —, om in de herfst als lokmiddel te dienen voor de groote vluchten Noorsche treklijsters, die hier met de najaarsstormen bij honderden in de „strubben” en houtwallen neerstreken.
De Drentsche boerenjongens waren zeer bedreven in het „drellen” van de „veeten”, d.w.z. in het maken van de uit paardehaar in elkaar gedraaide stroppen, die paarsgewijze kwamen te hangen in de strikken van rondgebogen „doodkrallen”, ~voelboom”- of hazelaartwijgen gemaakt waarin onder een takje lijsterbessen werd gestoken. Buiskool geeft er een goede afbeelding «van, welke hierbij is overgenomen.
Vooral in de omgeving van Norg was de lijstervangst een winstgevend bedrijf. Zoo lezen we in de Prov. Drentsche Courant van 17 Oct. 1873: De lij stervangst in Norg is weer in volle gang; sommige personen hebben wel 1500 & 2000 strikken staan. De vangst levert dit jaar veel op en de vogels worden verkocht voor cent per stuk”. In een ingezonden stuk komt P. Fabriek te Zwartsluis hiertegen op en wijst op het nut van de zangvogels, onder berekening hoeveel schadelijke insecten die gevangen lijsters zouden hebben vernietigd. In zijn antwoord wijst de Norger berichtgever erop, dat voornamelijk treklijsters worden gestrikt, nl. koperwieken, kramsvogels die later door dr B-ijerinck een enkele maal broedend in Drente werden aangetroffen groote lijsters, zanglijsters en enkele beflijsters.
De vogels werden te Assen aan de opkoopers Koops, Kuik en Veen ge-