admissie verleend aan Roelof Waraers te Ruinerwold, tot de visscherij in de heerlijkheid Ruinen.

Naast Ruinen, als oudste en belangrijkste der Drentsche heerlijkheden, kunnen we verder noemen:

2. De heerlijkheid Echten, omstreeks 1580 in bezit van Johan, baron van Echten tot Echten, die er de jurisdictie in eerste aanleg bezat en tevens het uitsluitend jachtrecht uitoefende.

Nog in 1765 betoogde Roelof van Echten, Heer van Echten, tegenover de Drost, dat het jachtrecht in Echten en Zuidwolde hem, van Echten, toekwam. ..... , , I

.. 4 4 1 J I^4. 3. In de heerlijkheid Coevorden gold tot 1791 het Ovenjsselsch landrecht.

Over het visschen in de stadsgrachten had alleen de Drost, als Heer vm Coevorden, te beslissen en zoo kreeg in 1641 de schulte een terechtwijzing, ip de vorm van een missive, over zijn ongeoorloofde inmenging, toen een burgv had, in de stadsgracht te visschen.

In 1680 stelde de Drost een missive op betreffende het gepretendeerde jachtrecht van Coevorder burgers, welke soltsteden in Oveiijsel hadden en over de uitoefening daarvan door de burgemeester van Brakel.

Ook uit 1683 zijn stukken bewaard gebleven over het jachtrecht Coevorders.

B=‘kend is verder het geschil van ongeveer 1775, tusschen de regeering van het Landschap en de generaal Trip te Coevorden, over het vermeende recht van de laatste, om in de omgeving van de vesting te mogen jag«i. De stadhouder, wiens tusschenkomst werd ingeroepen, stelde de generaal in het ongejijxt. T.,,.. 1 liAclntpn in 1688

4. De heerlijkheid Smilde. Ridderschap en Eigenertden besloten m ibiw om de Dieverder, Leggelder en Smilder veenen te verheffen tot een „heerUjkheid” voor ridder Adriaan Pauw “). Er gold het Drentsche landrecht, maar de jacht behoorde waarscl.ij.i ijk aan den nieuwen Heer. Uit het dagboek Jacob van hennep – onlangs in druk verschenen (1942) – kunnen we dit opmaken: In 1828 noteerde hij: „De Smilde is ruim vier uren lang Over de Lage-Smilde is de Graaf van Hogendorp Heer en heeft er het jachtrecht. . .4.:. (iiHe iilr» rpstauratie der in de Fransche

Dit heriimert ons aan de de tijde.ij.ke restauraue aer muc Üjd opgeheven heerlijkheden, onder koning Willem I.

5. Behoorden de terreinen rondom Assen oorspronkelijk kloosterbezit en na 1600 aan het Landschap bïhoorende ook tot deze gebieden met uitzonderingspositie? VermoedeUjk niet. Oltmans “) vertelt van het Asser bosch. J-f :--r

„Tot in 1783 werd in het bosch gejaagd. Toen echter in dat jaar de