Het origineele rapport van de commissie, uitgebracht door Magnin in 1843 en in 1918 door Prof. van Giffen in het Rijksarchief te Assen als no. 314 der collectie Oldenhuis Gratama ontdekt, is sindsdien verloren geraakt, eveneens is thans onvindbaar het dagboek dat D. H. van der Scheer op zijn tocht als garde d’honneur had gehouden en dat in 1895 nog door J. A. R. Kymmell in het Museum te Assen werd geraadpleegd. Zelfs van der Scheers grafsteen is thans niet meer terug te vinden.

Daarna hield dr P. W. J. van den Berg een levendig betoog over „De volkskunde der Podagristen”. Wat deze terloops aan bijzonderheden hebben opgeteekend over gebruiken bij geboorte, doop, kerkgang, vrijage, huwelijk en begrafenis omstreeks 1840, en op deze wijze voor ons hebben vastgelegd, beseften zij zelf waarschijnlijk niet. Zij hadden geen idee van de strenge dorpszede welke dit alles beheerschte, zagen in de eenvoudige dorpeling niet de gemeenschapsmensch en evenmin het groepsverband waartoe hij behoorde.

De Podagristen vermeldden slechts losse feiten, verspreid door him werk, herhaald en oncritisch weergegeven. Vele toen nog „gewone” dingen hebben zij niet waard gevonden om opgeteekend te worden. Veel oog voor het landelijk dorpsschoon hadden zij niet: een modern huis met een plat dak „dat zelfs in een stad een goed figuur zou maken”, wordt geprezen. Alles verwachtten ze van de toekomst, van de zedelijke verlichting vem het platteland en van de materieele vooruitgang. Vooral Boom’s denkbeelden in dit opzicht zijn typeerend voor het midden van de voorgaande eeuw.

Toch blijft het pionierswerk der drie Podagristen ook voor de folklorist een rijke bron voor de kennis van het Drentsch verleden.

De voorzitter van het Museumbestuur, de Heer Brok, sprak een slotwoord, waarin hij de sprekers dank bracht voor het gebodene en opwekte om het karakter van Drente zooveel mogelijk te bewaren, ook in cultureel opzicht.

Daarna bezochten de aanwezigen gezamelijk de expositie van werken der Podagristen en hun tijdgenooten in de Commissie-kamer van het Museum tentoongesteld. Daar was de hoofdtafel gewijd aan het gezamelijke werk der Podagristen, de overige tafels aan dat van ieder hunner afzonderlijk. Het materiaal hiervoor was bijeengebracht uit vele openbare en particuliere verzamelingen t.w. het Museum van Oudheden; de Bibliotheek Oldenhuis Gratama, berustend in het Rijksarchief te Assen; de Universiteitsbibliotheek te Groningen; de Openbare Leeszaal (msj. A. J. Scholte) te Assen; de Athenaeumbibliotheek te Deventer; de Nutsspaarbank te Kampen; de particuliere verzamelingen van Mevr. J. M. Hulshoff-Lesturgeon, die o.a. handschriften van haar vader afstond; dr A. L. Heerma van Voss, J. Westra van Holthe, M j. G. ten Holthe, dr R. D. Mulder, H. J. Prakke, D. H. Landwehr en van Gorcum & Comp.

Voorts waren tentoongesteld de rijmprent op de Podagristen door Hekkarpi