De volkskunde heeft deze terreinen afzonderlijk en in verband met elkander te onderzoeken, de verschijnselen te vergelijken en in hun oorsprong en verloop te verklaren. Men kan daarbij bijna nooit spreken van de beteekenis of de verklaring van een b'paald gebruik of verschijnsel. Het heeft in den loop der eeuwen vele beteekenissen gehad, dezelfde vorm is thans met een geheel anderen inhoud gevuld dan voor 100 of 50 jaren. In het algemeen kan men zeggen dat een zede of gebruik in den loop der tijden verliest aan uitgebreidheid en intensiteit. D.w.z. dat steeds minder menschen zich daaraan houden, en dat de gebondenheid der enkelen daaraan verzwakt. Zoo zijn b.v.b. in onzen tijd begrafenis- en rouwgebruiken steeds verder ingekrompen in omvang en geldigheid. In onze groote steden is de zware rouw van weduwen met lange crêpe sluier, die men in België en Frankiijk nog geregeld ziet, uit het straatbeeld volledig verdwenen. De begrafenis die op het platteland nog altijdeendagin beslag neemt, maar bij primitieve volken vele dagen, ja weken duren kan, is in het drukke, moderne stadsleven een incident geworden, dat niet meer dan een paar uren mag kosten.

Zoo is het met feestgebruiken, met allerlei omgangsvormen en fatsoensvoorschriften. Hun grootste ontwikkeling en geldigheid ligt in het verleden. Toch worden zij vervangen door nieuwe codes van gedrag en leven die op hun beurt het wezen van een beschavingsperiode bepalen en later voorwerp der volkskunde zullen worden.

Dat juist het moeilijkste deel van het onderzoek niet het uiterlijke van het leven, maar het innerlijke, het zedelijk-godsdienstig gebied betreft, is duidelijk. Maar toch is dit van het grootste gewicht voor het verstaan en waardeeren van het volksleven omdat het innerlijk, het geloof, ook in zijn ontaarding als bijgeloof en de zedelijke houding der enkelingen veel sterker het leven en lot van een volk bepalen dan allerlei uiterlijke en stoffelijke factoren. Dat ook hier resten van vroegere perioden, van vroegere dogmatische opvattingen, van kerkleer en liturgie, ja van vóór-christelijke heidensche gebruiken onbewust een rol spelen is duidelijk. Wij zullen ons er echter voor hebben te wachten in deze eerste onderlaag, al of niet Germaansch, het eigenlijke van het volksgeloof te zoeken. Ook al zou de vorm daarvan nog aanwezig zijn, die eerste inhoud is zoo volledig uit het bevimstzijn weggezonken en door den lateren inhoud verdrongen, dat hij voor het oogenblik geen beteekenis meer heeft of weer kan krijgen.

Zoo moeten allerlei gebruiken en zeden die gechristianiseerd zijn, als christelijk worden beschouwd en gewaardeerd al kan hun oorspronkelijke vorm worden opgespoord en een andere inhoud worden aangetoond. Ook op dit terrein is de vraag naar den invloed van bepaalde personen op het volksleven van belang, en zeer dikwijls kan die invloed van geestelijke leiders