De waarde der volkskunde

door DrP. W. J. van den Berg.

De moeilijkheid van dit onderwerp ligt hoofdzakelijk in het feit dat het 200 weinig vaststaat wat eig'n ijk met den term „Volkskunde” bedoeld wordt, en of Volkskunde iets anders is dan Folklore.

Voor het gewone spraakgebruik is er zeker verschil tusschen die twee. In een opstel in het tijdschrift ~Eltheto”, jaarg. 1937, no. 6: „De folklore en het moderne heidendom” ,door Ds H. Janzsn, spreekt hij hoofdzakelijk over wat er nog aan oude gebruiken leeft of sclij ibaar tot nieuw leven gewekt wordt, zooals het vlöggelen te Ootmarsum, het branden vanPaaschvurenen het loopen met Palmpaschen, verschillende vormen van bijgeloof, volksdansen en feesten. Hier is folklore dus vooral de materieele inhoud van het b grip. Veel goeds weet hij daarvan niet meer te zeggen, het zijn veelal slechts povere resten, fossiele overb ijfselen van hetgeen eens levend en bloeiend was, voor een deel ontaard tot kijkspel voor toeristen of herb.rgvermaak, ~nauw verbonden met de jeneverflesch en onzedi-lijkheid”.

Volkskunde en folklore, zooals deze laatste term nog altijd in Frankiijk, België en Engeland gebruikt wordt, wil als wetenschap echter meer zijn dan de beschrijving van dit alles. De term ~folklore” werd door Mr Thoms in 1846 in Engeland ingevoerd voor: ~the traditional beliefs, legends and customs, current among common people.

Hit is dus de b.schiijving van het weten, de wijsheid van het volk, de mondelinge voortgeplante volksoverlevering” (Schrijn n Volkskunde I, blz. VIII).

Niet het volk zelf was dus het voorwerp van deze studie. Evenmin is, zooals wij reeds zeiden, folklore de naam voor de g,_bruiken, het volksgeloof enz., zelf maar voor de kennis daarvan. Toch wordt de term vaak zoo gebruikt, vooral als adjectief, en zoo leest men in de bladen herhaaldeiijk weer „folkloristische gebruiken”, wat op zichzelf een dwaze samenvoeging is. lets anders is het met de namen plant- of dier-,,10re” waarbij de plant het voorwerp, de inhoud der overgeleverde wijsheid of dwaasheid rs.

„Volkskunde” sluit echter deze opvatting uit, doch bedoelt wetenschap van volk en volksaard te zijn, en dat in hoe langer hoe meer uitgebreide biteekenis, zoodat Weinhold in 1890 kon zeggen: Die Volkskunde hat die Aufgabe das Volk in allen Lebm.aisserungen zu erforschen.” Practisch waren er zoo aan het onderzoek geen grenzen. Andrew Lang verklaarde dan