er prijs op te stellen tot de kring der „buren” gerekend te worden. De boervergadering vertegenwoordigt het dorpsbelang in den ruimsten zin van het woord. Hier wordt uitgemaakt wie in verband met de naober-plichten en de daarmee correspondeerende rechten buur is van wie. Tot de taak van de boervergadering behoort verder het treffen van regelingen ten aanzien van den dekstier of den dekbeer; ten aanzien van het sneeuwruimen. Moet er een dorpeling, die b.v. door brand ernstig is gedupeerd, geholpen worden, de boerschap zal er zich voorspannen. Zoo heeft b.v. in Benneveld de boerschap nog niet zoo lang geleden eigenhandig en pro deo op een stukje markegrond een noodwoning voor een dakloos geworden gezin opgebouwd. Ook heeft in Benneveld de boerschap een speciale wagen, waarmee de leden van de boerschap, de dorpelingen dus, bij toerbeurt het meel van de malerij gaan halen voor het geheele dorp, opdat niet iedere dorpeling voor zichzelf zal behoeven te gaan. Zoo is de boerschap in hoofdzaak een sociale instelling, die steeds opnieuw en in allerlei opzicht, zonder nadere formeele regelingen, voor de belangen van de dorpsgemeenschap en derzelver leden opkomt. De taak der marke daarentegen gaat niet verder dan de behartiging van de belangen van het ~grondwezen”.

Er is verschil van meening over mogelijk of het bespreken van het boerwerken aan de markewegen waaraan ook de keuters niet-markegenooten moeten deelnemen nu eigenlijk thuisbehoort op de markevergadering of op de boervergadering. Het gaat om markewegen, om het „grondwezen” der marke, maar daarnaast ook om meer dan om de markegenooten alleen. Daar traditioneel dit onderwerp niet van de marke-organisatie is los te denken zal het onderwerp op de markevergaderingen aan de orde worden g(st-ld. Daar de markewegen echter ook de b.langen van alle grondgebruikers dienen, zou een bespreking van het,,maken” van markewegen evenzeer passen in het kader van de boervergadering. Het sneeuwruimen in boerwerk zal steeds een punt van behandeling behooren uit te maken in de boervergadering, omdat het hier een algemeen dorpsbelang betreft, dat geheel los staat van het grondgebruik.

In een dorpsgemeenschap, waarin alle belangen parallel loopen, waar een ieder boer is, heeft het onderscheid markevergadering en boervergadering niets te beteekenen. Anders wordt dit echter, wanneer zich in een dorp dit zal met name in de kerkdorpen het geval zijn zoo langzamerhand veel burgers hebben gevestigd. De boerschap en de gemeenschap der markegenooten zijn hier twee totaal verschillende grootheden. Bij het boerwerken aan markewegen wordt van de burgers niet verlangd, dat zij meewerken; wel is dit echter het geval bij het sneeuwruimen. En ook hier zullen vele burgers verstek laten gaan, niet gewend als ze zijn aan het voeren van de schop. Dit wordt hun dan