moet worden. De markevergadering of ook de volmachten der markegenooten kunnen nooit meer dan alleen zichzelf of ten hoogste nog via het pachtcontract hun meiers verbinden. Met betrekking tot kleine boeren nietmarkegenoten kunnen de markegenooten echter, langs juridischen weg, geen algemeen verbindende regels stellen en ook hebben, juridisch gezien, onder de markegenooten en hun meiers zelf, deze algemeene regels niet veel te beteekenen, daar zij in rechte wel zeer moeilijk af te dwingen zijn.

Men moet deze regels dan ook niet in de eerste plaats als rechtregels zien, maar als op schrift gestelde gebruiken. Niet aan het recht, maar aan de zede ontleenen zij hun innerlijke kracht. Het boerwerken is een zedelijke plicht jegens de „naober”, voortvloeiend uit de omstandigheid, dat men lid is van de dorpsgemeenschsp. Daarom houdt mei er zich aan. Zou het gebruik echter op een gegeven moment niet langer algemeen als zinvol worden aanvaard, dan zou men he: vrij plotseling vanzelf zien ve dwijnen, omdat de juridische sanctie op zichzelf onvoldoende is om er in rechte de naleving mee af te dwingen.

Het verwarrende is hier, dat de geheel op basis van het burgerlijk recht en in een uitermate juridisch-positjvistisch denkende periode geconstitueerde moderne marke zich tot tolk van de dorpszede heeft gemaakt. Het feit op zichzelf is overigens verklaarbaar genoeg. De publiekrechtelijke afkomst van de marke, weleer bevoegd tot het maken van algemeen verbindende boerwillekeuren, zal hier wel niet vreemd aan zijn. De verwarring wordt nog vergroot, doordat de door de markegenooten als vertegenwoordigers der marke gekozen volmachten tevens plegen op te treden als bestuurders van de boerschap, dit woord gebruikt in den zin van: gemeenschap der dorpelingen, buren. Ook deze boerschap heeft haar eigen boervergadering. De markevergadering en de boervergadering worden steeds na elkaar op denzelfden ochtend of middag gehouden. Van de markevergadering wordt steeds zorgvuldig een verbaal opgemaakt. Van de boervergadering worden geen notulen of iets dergelijks gehouden.

Al zijn de bestuurders dezelfde, toch moet een scherpe scheiding worden gemaakt tusschen de markevergadering en de boervergadering. Tot de markevergadering gerechtigd zijn slechts zij, die markegenoot zijn: dat wil dus zeggen zij, die van oudsher als in de gemeene marke gerechtigd bekend staan of die op eenigerlei wijze een titel verworven hebben, op grond waarvan zij zich markegenoot kunnen noemen. De markevergadering behandelt slechts kwesties de gemeene marke betreffende.

De boervergadering heeft een geheel andere taak. Tot deze vergadering gerechtigd zijn feitelijk alle dorpelingen, eigenerfden, meiers,keuters,ambachtslieden en neringdoenden, renteniers en andere burgers, die getoond hebben