tijd van drie jaren door de stembevoegden gekozen uit de meerderjarige eigenaren van minstens drie bunder van de in deze scheiding begrepene gronden. Jaarlijks treedt één der volmagten af volgens een bij de eerste benoeming door loting op te maken rooster. De aftredende is dadelijk weder verkiesbaar. De volmagten genieten geen schadeloosstelling wegens tijdverzuim. Zij brengen alleen hunne uitschotten in rekening.” De akte van scheiding van de marke van Zweeloo bepaalt in dit verband nog: ~De eerste aftredende volmagt zit voor in de vergadering van volmagten en van eigenaren; de volgende is kas- en boekhouder en is belast met het houden der notulen van alle vergaderingen, welke hij met den voorzitter teekent. De derde volmagt vervangt den voorzitter en boekhouder zoo deze afwezig zijn.”

In 1867 vindt in de vergadering der Bennevelder markegenooten de verkiezing der nieuwe volmachten plaats. Het desbetreffend protocol luidt: „Op heden den 22 Junij een duizend acht honderd zeven en zestig verschenen volgens oproeping der Provinciale Drentsche en Asser Courant en volgens bekendmaking costuum locaal de ondergeteekenden, marktgenooten der feitelijk verdeelde marke van Benneveld ten huize van A. Spijkman aldaar, waarop is behandeld de rekening en verantwoording van de Commissie van marktverdeeling en het benoemen eener nieuwe commissie voor den tijd van drie jaren. En is besloten:

vooreerst de Commissie voornoemd te bedanken voor hunne genoemde werkzaamheden en hun gedane rekening finaal goed te keuren met last om de overblijvende gelden te administreeren;

ten tweede tot leden van de nieuwe Commissie voor den tijd van drie jaren te benoemen de navolgende personen . . . .;

de nieuw benoemde leden hebben hunne Commissie aanvaard en de afgetreden Commissie zal hare schrifturen, de markte betreffende, aan de nieuwe Commissie overdragen.” Tot slot volgt dan de onderteekening van allen, die ter markevergadering tegenwoordig waren.

Hiermee was het eerste college van volmachten tot stand gekomen, dat de zaken der nieuwe marke want we kunnen gerust van een nieuwe marke spreken voortaan zou beheeren. Ik haalde hier het geciteerde protocol aan, omdat dit het voorbeeld zou vormen, waarnaar in het vervolg steeds de verbalen der marktevergaderingen zouden worden opgesteld. Steeds dragen deze verbalen de onderteekening van alle ter vergadering aanwezige markegenooten. Steeds beginnen zij met de vermelding, dat de oproeping der vergadering volgens het plaatselijk gebruik en per advertentie heeft plaats gehad. De geheele aanhef van deze verbalen wekt eerder den indruk, dat we met een akte, dan met vergaderingsnotulen te maken hebben. Ook het formaat van het papier waarop de protocollen gesteld zijn en het feit, dat ze niet in een