98 (1941/V 6) Gecalcineerde menschenbeenderen (vermoedelijk kind) met bronsresten, ijzeren gesp en fragmenten van dito gordel (of maliënkolder). Herkomst als No 93, doch gev. in nabijzetting (brandgraf) in tumulus I (, Vak H-16/17, 12.50—11.60).

99 (1941/V 7) Gebogen ijzeren bandje, pijpesteel en houtmonster middenpaal (naaldhout). Herkomst als No 93, doch gev. in hutkom in het centrum van tumulus I (, Vakken F/G-13/14,12.45-11.55).

Terpje in de Peizer Made, Gem. Pei z e (100-129) 100 (1941/1 1) Schijfvormige netverzwaring of weefgewicht van grijs, zacht gebakken aardewerk.

G. van de Vereeniging voor Terpenonderzoek. Resultaat van het systematisch onderzoek in Maart 1930, onder leiding van den Conservator, van een terpje in de Peizer Made bij „Het Wold”, Gem. P e i z e. Zie 13-15 de Jaarverslag v. d. Vereeniging voor Terpenonderzoek (1931) p. 44-46, Afb. 40-43 Gev. in het bovenste afgravingsvlak (kaart a, Afb. 43, Vak N-11, 0.75).

101 (1941/1 2) Vol ontwikkeld kogelpotje van zwart-grauw, ruw aardewerk (IX en later).

Herkomst als No 100, doch gev. Vak J-10, 0.80. 102 (1941/1 3) Middeleeuwsche dakpan („non”) met uitsteeksel op de bolle zijde (XIII). Herkomst als No 100, doch gev. in het tweede afgravingsvlak, kaart b. Vak G-13, 0.70.

103 (1941/1 4) Kogelpotscherf met verdikten, afgeronden, binnenwaarts ondersneden rand. Typisch, vol ontwikkeld kogelpottenaardewerk, gemagerd met granietgruis (IX en later). Herkomst als No 102, doch gev. Vak K-8; 0.80.

104 (1941/1 4a, b, d, g, i, g,u,v, B, C, D, H) Kogelpot-randscherven als No 88. Herkomst en gev. als No 103.

105 (1941/1 4r, s, t) Randfragmenten van late kogelpotten met breeden, platten rand (XII-XIII). Herkomst en gev. als No 103.

106 (1941/1 4c) Schaalfragment van kogelpottenaardewerk. Herkomst en gev. als No 103.

107 (1941/1 4A en E) Holle stelen van steelpannen van kogelpotteneiardewerk. Herkomst en gev. als No 103.

*) N.B. De2e vondsten zijn daar genummerd: 1930/111 i—ls.