VERSLAG

VAN DE COMMISSIE VAN BESTUUR VAN HET PROVINCIAAL MUSEUM VAN OUDHEDEN EN GESCHIEDKUNDIGE VOORWERPEN IN DRENTHE, TE ASSEN, UITGEBRACHT AAN DEN COMMISSARIS DER PROVINCIE DRENTHE, OVER HET JAAR 1941

Aan den Heer Commissaris der Provincie Drenthe

De Commissie van Bestuur van het Provinciaal Museum van Oudheden en Geschiedkundige Voorwerpen in Drenthe heeft de eer U het verslag over het jaar 1941 aan te bieden, zooals dit is vastgesteld in hare vergadering v£in 18 Juli 1942.

Met het heengaan van de Heeren C. I. Kort e w e g te Smilde en H. C. Derk s e n te Coevorden zijn in het afgeloopen jaar een tweetal leden door den dood aan onze Commissie ontvallen. In het bijzonder aan den persoon van den Heer Korteweg, die een groot aantal jaren als lid van het Dagelijksch Bestuur van zijn belangstelling voor het Museum heeft doen blijken, zullen wij een aangename herinnering bewaren. Als een ernstig verlies heeft ons ook getroffen het aan den Heer Ferd. Lieftinck te Haren, eveneens lid van het Dagelijksch Bestuur, op zijn verzoek verleende eervol ontslag als lid dezer Commissie. Mede op deze plaats willen wij gaarne nogmaals onzen dank uitspreken voor alles, wat de Heer Lieftinck in den loop der jaren voor ons Museum heeft gedaan. Zijn zetel in het Dagelijksch Bestuur werd ingenomen door den Heer H. J. P r a k k e te Assen, die kort tevoren als lid der Commissie van Bestuur was benoemd in de vacature, welke sedert het aan Dr. P. W. J. van den Berg te Nijeveen verleende eervol ontslag als zoodanig onvervuld was gebleven.

Als vertegenwoordiger van onze Commissie in het Bestuur van de „Oudheidskamer De Hondsrug” te Emmen werd de Heer R. Zegering Hadd e r s aldaar opnieuw benoemd.

De concierge-amanuensis B. J. Stu i t heeft ook in 1941 wederom tot groote tevredenheid van den Conservator en het Dagelijksch Bestuur zijn werk verricht.

Moest alzoo in het verslag van ons Museum over het afgeloopen jaar eian de persoonlijke lotgevallen een groote plaats worden ingeruimd, bescheidener blijkt het bestek te zijn uitgevallen, waarin de aanwinsten van het Museum en de werkzaamheden onzer Commissie beschreven kimnen worden; wel in