c. Schrabbers en krabbers (Afb. 30 : 14, 34, 56)

86 (1927/VIII 217) (Afb. 30 : 14) Beiderzijds behouwen, afgerond-spaanvormig schaaf je of krabbertje met geretoucheerden langen kant.

87 (1927/VIII 218) (Afb. 30 : 34) Beiderzijds behouwen, mesvormig voorwerp. Vuursteen donkergrijs.

88 (1927/VIII 219) (Afb. 30 : 56) Plat, ruitvormig voorwerp (schrabber?), vrijwel rondom geretoucheerd. Vuursteen grijs.

d. Varia (Afb. 30 : 15, 54, 75, 76, 55, 33, 74, 35, 32, 73,16)

89 (1927/VIII 220, 222-223, 229-232) (Afb. 30 : IS, resp. 54, 75, 76, 53, 74 en 33) Min of meer problematische, behouwen, bikkelachtige werktuigen. Vuursteen grijs.

90 (1927/VIII 227-228) (Afb. 30 : 32 en 73) Min of meer rechthoekige, secundair verwerkte uiteinden van geslepen, smaltoppige bijlen. Vuursteen lichtgrijs.

91 (1927/VIII 221) (Afb. 30 : 16) Puntige spaan met bewerkte lange zijden en spits. Vuursteen lichtgrijs.

92 (1927/VIII 226) (Afb. 30 : 33) Breede spaan. Vuursteen grijs.

93 (1927/VIII 233) Piramidaal artefact. Vuursteen lichtgrijs.

94 (1937/Vm 234-315) 81 Schilfers (afval), waaronder één van geslepen bijl.

111. BARNSTEEN

95 (1927/VIII 3*6-323) (Afb. 30 : 21-27 en 42; Afb.3l) Acht in grootte en kleur verschillende, min of meer schijf- tot ringvormige, centraal doorboorde kralen van gecraqueleerden barnsteen.

IV. METAAL

96 (1927/VIII 324-323) (Afb. 30 : 41, 43; Afb. 31) Twee groen geoxideerde, coconvormige metaalbandspiralen van n.b. geelkoper. Volgens de analyse door Prof. Dr F. M. Jaeger bestaan ze uit 76.82% koper, 14.92% zink, 1.16% ijzer, 1.43% gang en 6.00% zuurstof + koolzuur.

Litteratuur:

I. Abercr o m b y, J.: A study of the bronze age pottery of Gr. Brit. St Irel. etc. I-11, 1912.

2. Chil de, V. G.: The dawn of Europ. civilisat., 1927.

3. Chil de, V. G.: The Danube in prehist., 1929.

4. Ebert’s Reall. sub Jordansmühler Typus (Taf. 32, 6).

5. Ebert ’s Reall. sub Legierung, § 3.

6. van Giffen, A. E.; De hunebedden in Nederland , 1923.

7. van Giffen, A. E.: De tijd v. d. vorming v. h. heidepodsolprof. In: Besprek, over het heidepodsolprof. door de Sect. Nederl. v. d. intern. Bodemk. Ver., Utrecht, 1941 (Uitg. Ned. Heide Mij.).