Groepnummers (1-9) en verk. invent.-merken (1927/viii 10-325) v. d. afz. vondsten, stratigrafisch gerangschikt volgens de hoogten en de vermoede!, vloeren (I—IV)

VONDSTEN 1 (vak en hoogte; K-ii, 13.48) tusschen 111 en IV 5 (vak en hoogte: G-io, 13.37) tusschen II en 111 2-4en6-9(vakenhoogte: L-ii, 13.15; J-io/ii, 13.20; H/J-io, 13.24; resp.: L-io/ii, 13.14; J-io, 13.16; J-10, 13.17; G-io, 13.16) van 13.14-13.24, tusschen I en 11. I. AARDEWERK >) A. echt hunebeddenaardewerk a. trechterbekers 10-32 10, 12, 13, 14, IS, 19, 20, 27, 31, 32. 12, 26 10, 11, 12, 13, 15, 16, 17, 18, 19, 20 21, 22, 23, 24, 25, 26, 28, 29, 30, 33 b. kraagfleschjes 33-38 33, 34, 35, 36, 37, 38 c. terrinevormen 39-59 40, 49, 50 47, 52, 53, 59 39, 40, 41, 42, 43, 44, 45, 46, 47, 48. 49, 50, 51, 53, 54, 55, 56, 57, 58, 59 emmervormen 60-62 60, 61, 62 60, 61, 62 /. schotels, kommen en nappen (versierd) 63-81 63, 64, 6S, 66, 67, 68, 71, 73, 74, 75, 76, 78 65, 66, 67, 74 63, 64, 65, 66, 67, 68, 69, 70, 71, 72, 73. 74. 75. 76. 77, 78, 79, 80, 81 aisvoren, doch onversierd 82-91 85, 87?, 88, 91 82, 83, 84, 86, 87, 89, 90, 91 /. bijz. (overgangs- en bastaard) vormen 92-96 92, 94, 95 95 92. 93, 94, 95, 96 B. ander aardewerk a. S-vormige bekers 174-176 176 174, 175 c, verbast, dikw. potb. m. nagel- en vingerindr. 177 177 11. STEEN a. beitels 178-179 179 178 6. pijlpunten 180-216 185, 190, 193, 197, 198, 199 181, 215 180, 182-184, 186-189, 191, 192, 194-196, 200-214, 216 c. schrabbers en krabbers 217-219 217, 219 218 d. varia 220-315 220, 225, 227, 237-249 273-280 221-224, 226, 228-236, 250-272, 281-307 UI. BARNSTEEN 316-323 316-323 IV. METAAL 324-325 324-325

*) De groepen IA: c, g-i en k, zoomede IB: b zijn zonder belang of niet vertegenwoordigd: zij ziin derhalve niet vermeld. e. > j j

N.B. De nummers, d.w.z. de verk. invent.merken, komen, voorzoover vet gedrukt, in één bepaald niveau voor; van de niet vet gedrukte behooren de scherven daarentegen tot verschillende niveau’s.