16 en 17. Mr. J. L. Hom a n, de oudere en Mr. J. L. Hom a n, de jongere (vader en zoon).

Mr. J. L. Homan, de oudere, hierboven onder no. 15 aangehaald als vervanger van schults Wolthers, bleef in functie tot Juni 1795. Hij was opnieuw schulte van Vries van het najaar van 1802 (acte van borgstelling van den zoon voor den vader 26 Dec. 1802; blijkens schuitenprotocol Vries in R. A. Assen) tot zijn overlijden in 1804. Voorts fungeerde hij in de jaren 1798/1802 herhaaldelijk als plaatsvervanger.

Van Juni 1795 (verkiezing tot schulte geapprobeerd door Gecommitteerde representanten 29 Mei 1795), tot het najaar van 1802 en van Januari 1805 (11 Jan. 1805 geeft mr. J. L. H. onderpand blijkens schuitenprotocol), tot 1811 (vanaf 1 Augs. 1811 is Jan Davids Maire van Vries), was schulte de zoon, eveneens geheeten Mr. Johannes Linthorst Homan. Laatstgenoemde is ook schulte van Norg geweest en was bovendien een tijdlang geauthoriseerd schulte van Eelde en Peize.

Mr. J. L. Homan, no. 16 der schuiten, werd geboren te Vries 24 Sept. 1727, huwde met Johanna van Rikkinga en stierf in zijn geboorteplaats 10 Decb. 1804.

Functies (behalve schulte van Norg en Vries); Advocaat van de Landschap;

Landdagcomparant.

Mr. J. L. Homan, no. 17 hiervoren, werd geboren te Vries 22 Mei 1758 huwde met Trijntje Emmen, en overl. te Vries 9 Mei 1843.

Functies (behalve de genoemde schulten-ambten): achtereenvolgens: Ontvanger collaterale successiën en vrijwillige verknopingen;

Raad en Landschrijver in het Hof van Justitie;

Lid der Commissie voor de Constitutie van 1798;

Lid Intermédiair Bestuur van Drenthe 1798;

Lid van het Hof te Kampen;

Procureur-Generaal bij den Etstoel; Lid Gedeputeerde Staten van Drenthe.

Hij was Ridder in de Orde van den Nederl. Leeuw.

*) In Dr. V. 1896 deelt J. A. R. Kymmell in een artikel over de Drentsche Gardes d'honneur van 1813 mede, dat Mr Jobs. Tonckens, in 1810 beëedigd als notaris, bij de nieuwe organisatie der plaatselijke besturen op 10 Mei 1811 werd voorgedragen als Maire van Vries en Norg en kort daarop ook als zoodanig benoemd. Ten aanzien van Vries kan dit m.i. niet juist zijn. Reeds in Augs. 1811 teekent J. Davids als Maire van Vries akten van den burgerU stand; i Augs. 1811 was de installatie-datum der Maires (Ontstaan der gemeenten, pag. 332 terwijl op pag. 332 eveneens wordt meegedeeld, dat alle voorgedragenen niet zijn benoemd).— In het aardige boekje over Norg van de hand van den hr. Westra van Holthe komt dezelfde foutieve opgaaf voor, vrij zeker aan de hand van de mededeeling in Dr. V. 1896.