ook toen alles deden om ten koste van wat dan ook spoedig en rijk te repatriëren. Zo verongelukte b.v. directeur-generaal Kieft op den terugweg naar het vaderland mèt zijn kapitaal van ƒ 400.000.—, dat hij bij elkaar geschraapt had, om het niet erger te zeggen.

Zeker is dat het Steven Coerts’ bedoeling geweest is zelf een boerderij te kopen en dat hij daartoe ook de middelen of het crediet had. In Juni aangekomen zal hij eerst enige tijd rondgezien hebben naar een plaats, die hem leek. Dat lukte hem spoedig, w£mt er bestaat een contract van 29 November 1660, waaruit blijkt, dat hij voor f 3400. een grote som voor die tijd van Comelius Diercksen Hooghlant te Nieuw-Amersfoort een huis met schuur, brouwerij en 24 hectare land kocht, De acte is in het nederlands geschreven en komt met de engelse vertaling voor in boek B vaxi de Flatbush acten op pag. 27. De koopacte luidt als volgt: (verkort)

„Geloofd zij God. In Midwout verschenen op 29 November 1660 voor mij, Adriaan Hegeman, tegenwoordig secretaris van Midwout en Amersfoort in Nieuw-Nederland de hierna genoemde getuigen, Comeles Dercsen Hooghlant aan de ene zijde en Steven Coerts aan de andere zijde. De genoemde C. D. Hooghlant verklaarde, dat hij had verkocht en Steven Coerts, dat hij had gekocht een stuk maisland gelegen te Amersfoort, tussen de bouwerij (akkerland) van Wolfert Gerritsen van Couwenhoven en Frans Jensen, timmerman, te zamen met het huis en omgeving liggende te Amersfoort, de hooibergen, met het bouwhuis inclusief alle brouw-gereedschappen als ketels, vaten, tormen en wat er meer toe behoort, met een wagen, een ploeg en een ijzeren eg, twee ossen, al het uitgezaaide graan, 4 schepels erwten en 4 schepels boekweit Dit alles wordt verkocht met hetgeen aard- en nagelvast is, met de lasten en de lusten, zoals verkoper het bezeten heeft Voor den aankoop van het bovengenoemde land enz. belooft Steven Coerts als koper te betalen aan C. D. Hooghlant, hiervoor genoemd of aan zijn rechtverkrijgenden de som van / 400.— in Hollands geld en 3000 gulden in goed sewan (d.i. de door de Indijmen als geld gebruikte bevervellen). Alles in 4 termijnen; de eerste termijn van ƒ 400.— in Hollands geld (na verkoop van ’t sewan) zomer 1661, de tweede terrmjn groot / 1000.— Mei 1662, de derde en vierde termijn tot gelijk bedrag achtereenvolgens Mei 1663 en 1664.”

De acte werd op 4 December 1660 ingeschreven en was getekend door Comelis Diercksen, Steven Koers, Nicholaes de Meyers en Aucke Jans.

Zo zat Steven dus op de plaats, waar sedert onheuglijke tijden een Indiaans dorp had gelegen n.l. Kaskachague op de kruising van twee Indiaanse trekwegen en hij zou het grootste deel van de koopsom voldoen in Indiaanse munt, zoals die gebruikt werd langs de gehele Atlantische kust. Dat het hem goed ging, blijkt wel uit zijn benoeming tot lid van het plaatselijk bestuur in 1664, het jaar