een achttal olieverfstudies bekend. Wanneer wij hierbij in aanmerking nemen, dat van van Gogh’s oeuvre uit zijn Hollandsche tijd ruim 200 olieverfstudies en schilderijen en meer dan 500 teekeningen en aquarellen bewaard zijn gebleven, terwijl in totaal van hem meer dan 800 schilderijen bekend zijn, behoeft niet nader te worden betoogd, dat het aantal der in Drenthe ontstane teekeningen en schilderijen hierbij in het niet verzinkt.

In het bovengenoemde boek van Dr Vanbeselaere, waarin de schrijver een zoo volledig mogelijke catalogus van van Gogh’s werken heeft willen geven, worden alle bekende, in Drenthe ontstane teekeningen, aquarellen en olieverfstudies nader omschreven. Ik laat hier de titels volgen, waaronder de teekeningen worden genoemd: Veenderij, Heide, Heide, Heide, Hut met mosdak. Blok huizen met haag en boomen er om heen. Veenstammen (11. 331. 309-311), Ploeger op aardappelveld (11. 333. 326.), Vrouw met kruiwagen bij avond. Hut bij avond (11. 335. 335.), Ophaalbrug (11. 342, 361), Landschap, Dorp bij avond. Vrouwenkop, Hut in de heide, Brug en huisjes, en Heidegezicht. De schilderijen worden als volgt benoemd: Heide, Hutten, Boerderij, Het turfvoeren (II 331. 310.), Onkruidverbrandertje (11. 335. 335), Turfschuit (11. 335. 335.), Hut met mosdak (11. 349. 348.) en Zware lucht.

Al is de picturale oogst dus vrij gering, toch is dit verblijf in Drenthe niet zonder vrucht geweest. Dr Vanbeselaere zegt hierover *): „Al zal die tocht op een mislukking uitloopen, toch wordt er een inniger band gesmeed tusschen de natuur en hemzelf. Hier wordt de stevige grondslag gelegd, waardoor hij te Nuenen, naast Bruegel en Millet, tot den schilder van het boerenleven zou uitgroeien.” Ik zal er hieronder nog verschillende malen op kunnen wijzen, in welke mate hier in kiem reeds aanwezig is, wat zich later in het werk van van Gogh op zoo stralende wijze zal openbaren, zijn meesterschap om karakter en sfeer van het landschap en de figuur zoowel als van het interieur op zuiver schilderkunstige wijze tot uitdrukking te brengen. Hetzelfde natuurgevoel en gevoel voor sfeer, dat later zal uitstralen uit zijn schilderijen en teekeningen, spreekt hier uit de vele en lange brieven, die hij tijdens zijn verblijf in Drenthe aan zijn broer zond. Mej. Johanna Zwartendijk heeft eens over van Gogh’s brieven gezegd: „Voor Vincent was het brievenschrijven een behoefte, een klankbord om zijn gevoelens af te reageeren en wat in hem woedde te formuleeren”. Uit deze gezichtshoek moet de geweldige productiviteit, die van Gogh in Drenthe op dit gebied aan den dag legde, worden ln zijn verlatenheid

De achter sommige titels genoemde nummers verwijzen naar de brieven, waarin over dit werk wordt geschreven.

O.c. bl. 239 e.v.

®) Gedurende nog geen drie maanden schreef hij 2i brieven, die tezamen in zijn verzamelde brieven 75 bladzijden druks beslaan.