Alexander Voogt

Een gefingeerde „Meppelter" uitgever uit de Patriottentijd

door H. J. Prakke.

Voor Th.W.

Tijden van grote beroering hebben niet alleen schrijvers, maar ook hun drukkers-uitgevers veelvuldig doen grijpen naar de bescherming der anonymiteit het verzwijgen van hun naam —, of wel naar die der pseudonymiteit het gebruik van een valse naam —, in de veronderstelling mogelijke achtervolging aldus gemakkelijker op een dwaalspoor te kunnen brengen.

Een welsprekende getuige daarvan is het te Leipzig in 1858 door Em i 1 We 11 e r onder de titel „Die falschen und fingirten Druckorte” (als tweede deel zijner „Maskirte Literatur”) in het licht gegeven repertorium van sedert de uitvinding der boekdrukkunst „unter falscher Firma” verschenen geschriften. Weller spreekt in zijn inleiding o.m. van soms half noodgedwongen, half plagende vermomming, die ook wel voor bittere ernst moest wijken. Beide fasen vindt men ook in ons land terug, al rekent Weller ons volk tot die, welke zich zeldzamer verplicht zagen de plaats des druks te verheimelijken, omdat ze zich in vrijere staatsvormen konden bewegen.

Interessant is het voor ons, dat in de Patriottentijd ook een Drents uitgeversmasker ter verhulling van den werkelijken drukker-uitgever, tot tweemaal toe, in gebruik is geweest. Beide geschriften zijn uit 1783; van het eerste geven wij hierbij curiositeitshalve een verkleinde reproductie der titelpagina.

Dit pamflet: „Die oude rechtzinnige academische cronyke dier vermaerde stad daer wel eer de schooien der wijsheid haeren zetel gevestigt had”, vermeldt verschenen te zijn ~te Meppelt, bij Alexander Voogt, anno 1783 . Een drukker of uitgever van deze naam is echter te Meppel niet bekend! Het andere (dat, al heeft het een eigen titelblad, in paginering en signatuur op het eerste aansluit) heet: ~Het tweede en derde capittel der oude cronyken der schutterijen in de stad daer wel eer de zeetel der wijsheid gevestigt was”. Ook dit verscheen in 1783 onder het uitgeversmom „Ale;xander Voogt te Meppelt”.

Beide uitgaafjes bevinden zich wel-geconserveerd, in de bekende pamflettenverzameling der „Nationale Bibliotheek” en wel onder de nummers 20631 en 20632 i). Bij kennisname blijken het patriottische schotschriften te

Het eerste kwam volgens een notitie in de Collectie-Enschedé (Bibl. v. d. Ver. t. Bev. V. d. Bel. d. Bkh. te Amsterdam) nog eens aan de koop in de veiling-Van Rijn, Utrecht, Jan. 1883.