blokband in relief. Pooten, blad en blokband met smallen band van ingelegd, licht getint hout.

Léét-XVIII.

126 (H 1939-110) Bruin geverfde, houten kleerkist met half-cylindrisch deksel en twee sleevoeten. Voorbord met vier langwerpige, door gestoken veerband gescheiden paneelen, waarin dito rozet en twee bloembladmotieven in de hoeken; bord boven afgezet met veerband.

127 (H 1939-51) Bruin-zijden doopjurkje; lijfje genaaid op rok. Lijfje met rond uitgeknipten hals en korte mouwen, achter met haken en trensen, vóór en achter met vier platte plooien van hals tot taille. Rok uit 8 panden, met ingeweven bladtakjes in strooipatroon, vóór glad, op zij en achter geplooid aangezet; vanaf taille, schuin naar zoom, twee met fluweelband afgezette kantstrookjes, waartusschen drie strikken. Lijfje en rok met zwarten kant en dito lint. Mouw met twee kantstrooken, zwartfluweelen band en strikje. Rondom taille kantstrook. N.b.: behoort bij No 128.

Omstreeks 1860—1865.

128 (H 1939-51 a) Bruin-zijden japon: bestaande uit los schootlijfje en rok, met ingeweven bladtakjes in strooipatroon. Lijfje met roodzijden halskraagje en driekwart mouwen, vóór met knoop en knoopsgat en met vier figuurnaden. Schoot aangeknipt, opzij aangezet, met twee driehoekige roodzijden pandjes en strik. Rok met drie roodzijden banden evenwijdig aan zoom. N.b.: behoort bij No 127.

Omstreeks 1860—1865.

129 (H Roodpaars zijden japon: schootlijfje en rok, met ingeweven patroon, van breede zwarte streepen, waarin bont gekleurde rozetten. Lijfje met ondiep uitgesneden ronden hals, aangezette driekwart mouwen en aangeknipten schoot, lijfje vóór met knoop en knoopsgat, met figuurnaden. Rok afgezet met dubbele strook van platte plooien.

XIX.

130 (H 1939-51®) Blauwe vrouwerok met ingeweven bladtakjes in strooipatroon, glad aan tailleband gezet, uit vier banen, onder met breede, glad aangezette strook.

XIX.

131 (H 1939-112) Stoeltjesklok.

Kapwelving met smallen omamentband, waarop twee loopende heraldische leeuwen en vliegende engel, waartusschen vaasmotief. Wijzerplaat boven met schilderwerk: huisjes aan waterkant en voorts met bont geverfde, gegoten, looden ornamenten, onder en zijdelings begrensd door engelkopjes tusschen bladmotieven; plaatbekroning: ruitwerk, omlijst door C-vormige krullen; zijbekroning bazuin blazende engeltjes. Achterkant