sieraad. Voet klokvormig, met gegolfde bloemrank en smallen, vlakken rand.

XVIII.

98 (H 1939-15) Zilveren roomkom als No 97, doch bak iets anders versierd en voet geribd. Ingepunt (op liprand): „Klaaske Feykes 1763”.

99 (H 1939-14) Zilveren roombakje, versierd in gedreven relief. Bak met rond gebogen, staanden wand, waarop twee vrouwekoppen met vruchtenmand, onder en zijdelings begrensd door halfrond-gebogen blad- en door vogel gescheiden bloemtakken. Liprand smal, liggend, boven parelrand. Merken: jaarletter D; meestermerken; langwerpig schild met bril, dito met J.J.B. en rond schild met rozet. Voet klokvormig met smallen, vlakken rand, en C-vormig-gebogen krullen met bladornamenten.

XVIII.

100 (H 1939-40) Zilveren theebus; versiering in gedreven relief en ingepunt. Buik eivormig, boven den voetrand met rij bloembladmotieven. Op den schouder vier geschulpte vakken, waarin ingepunt schubwerk, boven omlijst met gedreven arabesken. Liprand smal, liggend en geschulpt. Hals dun-cylindrisch; deksel afschuifbaar, met geribden liprand met door vier bladmotieven versierde welving en kort-gesteelden, eivormigen knop. Voet geribd schildvormig, met smallen schuinen rand. Merken: keur van Amsterdam, keur van Holland; staande Leeuw; jaarletter K; meestermerk: visch.

XVIII.

101 (H 1939-12 A) Zilveren breischeede met graveerwerk, achtzijdig slanktrechtervormig met drie omloopende banden, waarop telkens een smallere, geribde band en voorts met twee ingegrifte ruitbanden, uitloopend in smalle geprofileerde punt. Aan bovenkant stijgbeugelvormig lipje met in haakje uitloopende schakelketting. Ingepunt: A.L.E.

102 (H 1939-12) Slank-trechtervomuge gevlochten biezen breipenscheede met zilveren liprand en dito punt en omloopenden zilveren band, waaraan oogje met in haakje uitloopende zilveren schakelketting.

103 (H en C) Twee zilveren knoopen, bestaande uit achtkantig, met ruiter versierd schijfje, gezet op oogje.

104 (H 1939-12t>, Een G) Drie zilveren knoopen als No 103, doch rond en met ruiter in medaillon.

105 (H 1939-12 E) Zilveren knoop als No 104, doch met boer en boerin (driekwart figuur) in medaillon.

106 (H 1939-31) Zilveren lepel. Schep diep, ovaal. Steel in den vorm van ge-