Engelsch aardewerk

15 (H 1939-30) Drie, in relief versierde borden van „cream ware”, bedekt met gevlekt , schildpad nabootsend loodglazuur, bruin, groen, grijs, geel en blauw. Plat met zeven, grillig gevormde vlekken in geel, groen, blauw en bruin glazuur; rand, een ringvormige liprand, met ruitpatroon, gevuld met één of meer stippen, onderbroken door zeven, uit bladtak bestaande rococovakjes, alles uitgevoerd in vormrelief. Achterkant muisgrijs gevlekt.

Staffordshire, zgn. Kievit, omstreeks 1760.

16 (H 1939-89) Melkkannetje met deksel van Engelsch steengoed, bedekt met zwart glazuur. Het kannetje kelkvormig, met uitgeknepen tuit en staand, ?-vormig oor, rustend op drie klauwvormige pootjes; op deksel knop, in den vorm van een vogel met uitgespreide vleugels.

XVIII.

Chineesch porselein

17 (H 1939-78) Schotel van Chineesch porselein, met blauw onder glazuur. Plat met rond medaillon, gevuld met rots, waarop fazant bij pioen, kijkend naar vliegende fazant, waaromheen, tegen binnenrand medaillon, acht geschulpte, telkens door half rozet gescheiden vakjes, elk gevuld met schub-, ruit-, rijst-, ster- en ander werk. Wand met acht groote geschulpte, boven en onder versierde vakken, gevuld met smal vakje, waarin stipgroep, en telkens gescheiden door gemodelleerd smal vak. Achterkant met acht geschulpte, met bloemtak of symbolen gevulde, onderling door streepvormig vakje gescheiden vakken. Aan den voetrand een weinig zand.

„Kraakporselein”. Laat Ming (1368—1643).

18 (H 1939-29) Schotel van dito Chineesch porselein als No 17. Plat als voren, doch groote vakken gevuld met bloemtak (chrysant) of vogel bij

vruchtentak. De vakken en voetrand als voren.

19 (H 1939-18») Theepot met er bij gezocht deksel, van Chineesch porselein, versierd in blauw onder glazuur, ijzerrood en goud Buik hoog-pompoenvormig; wand met eenzelfde tafereel tweemaal: vrouw staande bij boom en hekjes, met in de hand een bloemtak. Tuit schuin staand, cylindrisch. Oor C-vormig gebogen. Deksel, met twee gegolfde bloemtakjes, zonder knop.

Ch’ien Limg periode (1736—1795).

20 (H 1939-18b) Theepot met deksel van dito Chineesch porselein als voren No. 19. Buik pompoenvormig met staanden liprand en standring; wand met eenige pioenen en chrysanten; op schouder, tegen hals, een rij bloembladen. Tuit schuin staand, hoog geplaatst, cylindrisch; oor staand, C-vormig gebogen. Deksel halfbolvormig, met smallen sluit- en dito liggenden geschulpten liprand; knop kort gesteeld, kogelvormig.

Imari, type XVIII.