G. van den Heer K. B. Kluiv i n g, Directeur der Rijkslandbouwschool te Emmen. Gev. te Roderwolde dicht bij den O. oever van het Leekstermeer, Gem. Roden.

LATE MIDDELEEUWEN TOT OP HEDEN

267 (H 1939-124) Ijzeren ploegschaar, mogelijk uit de Latèneperiode.

A. door bemiddeling van den Heer C. d e Koek, Burgemeester te Oosterhesselen.

Gev. op de ontginning van P. Lanting in het Sonbroeksveld, Gem. Oosterhesselen.

268 (H 1939-123) Ijzeren kogel. Begin XVII.

G. van den Heer G. Oosterhuis, onderwijzer te Tolbert.

Gev. (1902) in de Schans te Een, samen met een grooten vilten hoed, vroeger reeds geschonken aan Jhr Mr J. A. Feith, conservator van het Groninger Museum.

269 (H 1939-126(a)) Twee ijzeren kiezentrekkers, gemaakt door den smid-kiezentrekker H. Bussemaker Sr (1858-1930). XIX.

G. van Mevr. A. G. Bontekoe-Hielkema te Oosterwolde, doch afkomstig van den Heer G. Bussemaker, landbouwer te Sleen, zoon van den Heer Bussemaker voornoemd.

270 (H 1939-128) Gesmeed ijzeren slagersmes, vervaardigd door wijlen L. Bussemaker (1862-1937) in leven smid te Gees, broer van H. Bussemaker voornoemd.

A., door bemiddeling van den Heer C. d e Koek, Burgemeester van Oosterhesselen, van J. Bos slager te Gees.

271 (H 1929-127) Zeemleeren kruitzakje met mondstuk van runderhoorn. XIX.

G. als No 269.

272 (H 1939-137) Twee bij elkaar behoorende maalsteenen van een mosterdmolen van Niedermendiger tuf- of duifsteen.