204 (1939/VII 64) Gebroken en onvolledige, doch gerestaureerde, versierde, min of meer dubbelconische, kartelrandige urn met afgeknot-tentvormig bovenstuk, waaromheen drie rijen staande nagelindruksels (onderste over buikwelving). Aardewerk bruingrijs, gesaust. Harpstedter vorm, urnenveldentijd. Inhoud: gecalcineerde menschenbeenderen.

Herkomst als voren, doch gev. in en onder kringgrep (, Vak D-7, 14.11).

205 (1939/VII 65) Gave urn als Nos 161 en 168, doch kleiner en van donker grijs, gesaust aardewerk. Inhoud: gecalcineerde menschenbeenderen.

Herkomst als voren, doch gev. in centrum kringgrep (, Vak E-7, 14.20).

206 (1939/VII 66) Beschadigd, doch gerestaureerd, vieroorig urntje als No 185, doch grooter, van bruingrijs, gesaust aardewerk. Inhoud: gecalcineerde menschenbeenderen (zeer weinig) .Jongere bronstijd.

Herkomst als voren, doch gev. op crematie (No 207). (, Veik D-3, 14.20).

207 (1939/VII 66a) Crematie: gecalcineerde menschenbeenderen. Herkomst als No 206, doch daaronder gev. (13.95).

208 (1939/VII 67) Crematie: gecalcineerde menschenbeenderen.

Herkomst en gev. als voren (, doch Vak D-3, 14.20).

209 (1939/VII 68) Crematie: gecalcineerde menschenbeenderen.

Herkomst en gev. als voren (, doch Vak D-3, 14.23).

210 (1939/VII 69) Gebroken en onvolledig, doch gerestaureerd, hooghalzig tot afgerond-dubbelconisch, effenrandig potje met peervormigen buik en twee groeflijnen om de halsbasis. Bodem hol. Inhoud ontbreekt. Jongere bronstijd, type Wessenstadt.

Herkomst als voren, doch gev. onder tumulus 39 (, Vak E-3, 14.10).

211 (1939/VII 70) lets beschadigd, omgekeerd kegelvormig, effenrandig potje met plat steeloortje, dicht onder den rand, van geel-