bestemming verworven uit middelen, welke eveneens uit het legaat Ter Haar aan het Museum waren opgekomen.
Andere uit genoemd legaat afkomstige voorwerpen, alsmede een aantal objecten uit het oudere Museumbestand werden in bruikleen gegeven aan de Stichting Oud-Drenthe ter plaatsing in het Schulte- Huis te Diever.
De laatste hand werd gelegd aan het in druk doen verschijnen van een catalogus van de collectie „Munten, Penningen enz.” van wijlen Mr L. Oldenhuis Gratama. Onze Commissie onderschrijft gaarne de waardeerende woorden, welke de Conservator in zijn voorwoord op deze uitgave heeft gericht tot Mejuffrouw G. J. A. ten Holte, aan wier arbeid naast dien van hare medewerksters de tot standkoming van dezen catalogus voor een groot deel is te danken. Het vervult ons met blijdschap, dat door het in het licht zenden van deze uitgave de kroon gezet werd op allen arbeid, die verbonden bleek te zijn aan het vervullen van een der voorwaarden, welke wijlen de Heer Oldenhuis Gratama in 1925 bij zijn schenking van de verzameling aan de Provincie Drenthe had gesteld.
Het arbeidsveld van onze Commissie heeft zich in het afgeloopen jaar ook buiten de muren van het Drentsche Museum uitgestrekt. Op verzoek van de betrokken commissie werden de van de Kerken te Peize en Vries afkomstige doopvonten tezamen met een drietal kleinere voorwerpen ingezonden naar de Tentoonstelling ter gelegenheid van de Willibrord-Herdenking 1939 te Utrecht. Het verheugt ons, dat wij deze bescheiden bijdrage hebben mogen leveren aan het welslagen van deze op het gebied van vroegmiddeleeuwsche kunst zoo belangrijke tentoonstelling, welke in den vorigen zomer vele bezoekers hunne schreden naar den Kloostergang van de Utrechtsche Domkerk heeft doen richten.
Ook op ons Museum hebben de tijdsomstandigheden niet nagelaten haar stempel te drukken.
Trad bij het begin der mobilisatie reeds terstond een sterke