Verslag
VAN DE COMMISSIE VAN BESTUUR VAN HET PROVINCIAAL MUSEUM VAN OUDHEDEN EN GESCHIEDKUNDIGE VOORWERPEN IN DRENTHE TE ASSEN, UITGEBRACHT AAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE, OVER HET JAAR 1939.
Aan Heeren Gedeputeerde Staten van Drenthe
De Commissie van Bestuur van het Provinciaal Museum van Oudheden en Geschiedkundige Voorwerpen in Drenthe heeft de eer Uw College het verslag over het jaar 1939 aan te bieden, zooals dit is vastgesteld in hare vergadering van 9 November 1940.
In het afgeloopen jaar heeft onze Commissie uit haar midden zien heengaan den Heer H. G. va n Os, Burgemeester van Diever, die met het nederleggen van zijn ambt ook de Provincie metterwoon heeft verlaten. Aan zijn persoon en zijn belangstelling voor Drentsche geschiedenis en oudheidkunde zullen wij een aangename herinnering bewaren.
Twee nieuwe leden hebben in onze Commissie hun intrede gedaan: de Heeren Mr A. W. Westra van Holthe, Notaris te Zuidlaren, enj. C. Meyboo m. Burgemeester van Diever, beiden tevens ambtsopvolgers van hen, wier onbezette plaatsen zij thans in onze Commissie hebben ingenomen.
Het lid onzer Commissie, de Heer Drs J. A. Brouwer, mocht zich benoemd zien tot Adviseerend Lid van het Dagelijksch Bestuur, waarmede aan den band, welke onzen Bibliothecaris in feite reeds aan het Dagelijksch Bestuur verbonden hield, nu ook naar den vorm uitdrukking werd gegeven.
De concierge-amanuensis B. J. Stuit heeft ook in 1939 wederom tot groote tevredenheid van den Conservator en het Dagelijksch Bestuur zijn werk verricht.