Wij WILHELMINA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.
Gezien de tussehen Onzen Gezant te Rio de Janeiro en den Braziliaanschen Minister van Buitenlandsche Zaken gewisselde nota's dd. 15 Maart 1937, houdende eene voorloopige overeenkomst tot regeling der handelsbetrekkingen tussehen het Koninkrijk der Nederlanden en de Vereenigde Staten van Brazilië, alsmede eene overeenkomst tussehen beide landen tot liquidatie van de achterstallige Nederlandsche handelsvorderingen in Brazilië, van welke nota's een afdruk en eene vertaling bij dit Besluit zijn gevoegd;
Overwegende, dat vermelde overeenkomsten op 15 Maart 1937 voor Nederland, Nederlandsch-Indië, Suriname en Curagao zijn in werking getreden;
Op de voordracht van Onzen Minister van Staat, Minister van Buitenlandsche Zaken ad interim, van den 21sten Juli 1937, Directie van het Protocol, nr. 26810;
Hebben goedgevonden en verstaan :
bovengenoemde nota's, alsmede de vertaling daarvan, te doen bekend maken door de plaatsing van dit Besluit in het Staatsblad.