Ministerie van Buitenlandsche Zaken en Eekedienst.
Buenos-Aires, 5 Februari 1937.
Mijnheer de Minister,
Ik heb het genoegen mij tot Uwe Excellentie te richten, U de ontvangst erkennend van Uwe nota n°. 265, van 3 dezer, waarin U te mijner kennis brengt, dat U door de Nederlandsche Begeering gemachtigd is, met de Begeering der Argentijnsche Bepubliek de volgende regeling te treffen:
„Vergunningen voor het verkrijgen van (valuta tegen) officiëelen koers bestemd voor de betaling van coupons van effecten (aandeelen en obligatiën) die zich in Nederlandsch bezit bevinden en beleggingen vormen in niet-Nederlandsche ondernemingen in Argentinië.
„Deze overmakingen zullen plaatsvinden in verhouding van de deelneming van het Nederlandsche kapitaal in genoemde ondernemingen; dezelve zullen onderworpen zijn aan de volgende bepalingen:
„De ondernemingen, die gehouden zijn de bedoelde dividendbewijzen of coupons te voldoen, mogen niet reeds voordien de bedragen, bestemd voor de betaling van gezegde dividendbewijzen of coupons, naar het buitenland overgemaakt hebben tegen den officiëelen koers.
Zijner Excellentie den Heere Buitengewoon Gezant en Gevolmachtigd Minister van Nederland, den Heere P. E. Teppema.