Tekst der overgangsbepaling der wijzigingswet van 15 Juli 1910 (Staatsblad n°. 216).
Zij, die in het Eijk of zijne Koloniën of bezittingen in andere werelddeelen geboren, het Nederlanderschap hebben verloren krachtens het voorschrift van artikel 7, 5e. der wet van 12 December 1892 (Staatsblad n°. 268), zooals het ongewijzigd luidde, bekomen hun Nederlanderschap terug op den dag van de inwerkingtreding dezer wet, tenzij zij op dat tijdstip tot een ander land behooren.
Het voorgaande lid is niet van toepassing op gehuwde vrouwen.
De herkrijging van het Nederlanderschap, bedoeld in het eerste lid dezer Overgangsbepaling, heeft zoo voor den betrokken persoon als voor zijne vrouw en kinderen dezelfde gevolgen als eene naturalisatie, krachtens artikel 3 der voormelde wet van 12 December 1892 (Staatsblad n°. 268) verleend.
Tekst van artikel V der wijzigingswet van 21 December 1936 (Staatsblad n°. 209).
Het wettig kind, dat vóór het in werking treden van dit artikel in het Eijk geboren is uit een huwelijk, gesloten tusschen een Nederlandsche vrouw en een vreemdeling zonder nationaliteit, bezit, mits het bij dit in werking treden woonplaats heeft in het Rijk, in Nederlandsch-lndië, in Suriname of in Guraqao en geen andere nationaliteit heeft, den staat van Nederlander. Eveneens bezit den staat van Nederlander het wettig kind, dat na het in werking treden van dit artikel uit een zoodanig vóór dat tijdstip gesloten huwelijk in het Eijk geboren wordt, mits de ouders op genoemd tijdstip woonplaats hadden in het Eijk en het kind geen andere nationaliteit heeft. In beide gevallen gaat die staat verloren, indien het kind, mits binnen een jaar na het in werking treden van dit artikel of, indien het op dat tijdstip minderjarig in den zin der Nederlandsche wet dan wel nog niet geboren is, binnen een jaar na het intreden van zijn meerderjarigheid, te kennen geeft dien staat niet langer te willen bezitten. Deze kennisgeving moet geschieden aan den burgemeester zijner woonplaats in het Eijk of aan den voor het ressort zijner woonplaats in Nederlandsch-Indië, in Suriname of in Curaqao door Onzen Gouverneur-Generaal,