Voor elke naturalisatie is aan 's lands kas verschuldigd een bedrag van ten minste twee honderd en ten hoogste duizend gulden, naar gelang van den aanslag in de Rijksinkomstenbelasting of in de inkomstenbelasting van Nederlandsch-lndië, Suriname of Curaqao over het bij de indiening van het verzoek laatstelijk verloopen belastingjaar, en wel in dier voege, dat bij een belastbaar inkomen van drie duizend gulden of minder een bedrag van twee honderd gulden is verschuldigd, terwijl voor elk geheel bedrag van twee duizend gulden, waarmede het belastbaar inkomen de som van drie duizend gulden te boven gaat, het bedrag verhoogd wordt met honderd gulden, echter met dien verstande, dat ten hoogste een bedrag van duizend gulden is verschuldigd.
Ten aanzien van hem, die het Nederlanderschap verloren heeft, wordt het recht bepaald op een vast bedrag van twee honderd gulden.
Bij het verzoek om naturalisatie legt de verzoeker het bewijs over:
1°. dat hij meerderjarig is in den zin der Nederlandsche wet;
2°. dat hij het Nederlanderschap verloren heeft of dat hij gedurende de laatste vijf jaren zijn woonplaats of zijn hoofdverblijf in het Rijk, Nederlandsch-Indië, Suriname of Curaqao gehad heeft of dat hij in het Rijk geboren is uit ouders zonder dan wel van onbekende nationaliteit;
3°. dat hij bij eenen ontvanger der registratie het voor naturalisatie verschuldigd bedrag heeft gestort.
De ontvanger der registratie is bevoegd overlegging te vorderen van een bewijs, waaruit de grootte van het hiervoren bedoeld belastbaar inkomen blijkt.
Indien de verzoeker tot een ander land behoort, kan van hem de overlegging gevorderd worden van een bewijs, dat de wetgeving van dat land geen beletsel tegen zijne naturalisatie in Nederland oplevert.
Ingeval de naturalisatie niet verleend wordt, wordt de gestorte som aan den verzoeker teruggegeven.
Artikel 3bis.
De in het voorgaand artikel genoemde som is niet verschuldigd voor de naturalisatie van dengene, die het Nederlanderschap krachtens artikel 7, 5°., verloren heeft. De verzoeker kan in dat geval volstaan met de overlegging bij het verzoek om