Wij WILHELMINA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.

Op voordracht van Onzen Minister van Justitie van 29 Juni 1937, 1ste Afdeeling C, N°. 1141;

Hebben goedgevonden en verstaan:

door bijvoeging bij dit besluit algemeen bekend te maken:

1°. den tekst der wet van 12 December 1892 (Staatsblad n°. 268), op het Nederlanderschap en het ingezetenschap, zooals die wet is gewijzigd, laatstelijk bij de wetten van 21 December 1936 (Staatsbladen nos. 209 en 913);

2°. den tekst der overgangsbepaling van de wijzigingswet van 15 Juli 1910 (Staatsblad n°. 216);

3°. den tekst van artikel Y der wijzigingswet van 21 December 1936 (Staatsblad n°. 209).

Onze Minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit, hetwelk in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, den 3den Juli 1937.

WILHELMINA.

De Minister van Justitie,

c. goseling.

Uitgegeven den negenden Juli 1937.

De Minister van Justitie, c. goseling.