STAATSBLAD
VAN HET
KONINKRIJK DER NEDERLANDEN.
B E 8 L tlI T van den 18den Juni 1937, houdende vaststelling van de onderscheidingsvlag voor Zijne Koninklijke Hoogheid Prins Bernhard der Nederlanden, Prins van Lippe-Biesterfeld.
Wij WILHELMINA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.
Op de voordracht van Onzen Minister van Staat, Minister van Defensie a. i. van 15 Juni 1937, Geheim Litt. L. 121;
Gezien artikel 25 der Grondwet;
Het wenschelijk achtende vast te stellen de onderscheidingsvlag voor Zijne Koninklijke Hoogheid Prins Bernhard der Nederlanden, Prins van Lippe-Biesterfeld;
Hebben goedgevonden en verstaan te bepalen:
De door Zijne Koninklijke Hoogheid Prins Bernhard der Nederlanden te voeren vlag is een langwerpige vlag, waarvan de hoogte 5/6 der lengte bedraagt; in vier vakken verdeeld door een over het midden geplaatst staand vierarmig kruis van oranje kleur, ter breedte van 1/5 van de hoogte der vlag; in het midden van het kruis Ons wapen, zooals dit is vastgesteld bij artikel 1 van Ons besluit van 10 Juli 1907, Staatsblad nr. 181; het schild gedekt door de Koninklijke Kroon; de bovenen onderzijde van het wapenschild liggende in de lijnen der boven, en onderzijde van den horizontalen arm van het kruis; het bovenste vak aan de broekzijde en het daartegenover liggende onderste vak van azuur, waarin een klimmende rechtsgewende leeuw van goud, gekroond met een kroon van drie bladen en twee parelpunten van hetzelfde, getongd en genageld van keel, in den rechter voorklauw opgeheven houdende in schuinlinkschen stand een ontbloot Romeinsch zwaard van zilver, met gevest van goud en in den linker een bundel van zeven pijlen van zilver, met punten van goud, de punten
(N°. 4.
1-2-3-6 t/m 17