ïninistratie mogt worden afgewezen , en hij daar mede geen genoegen neme , zal, wegens voorschreven aanhaling, op de gewone wijze moeten worden geprocedeerd, doch de reclamant in allen gevalle met de uitbetaling der getauxeerde waarde zich moeten te vreden houden.

Art. 282.

Aangehaalde schepen, schuiten, wagens, karren, sleden, paarden en andere trek-dieren, zullen, dadelijk 11a de lossing der daarmede aangehaalde goederen, ten naasten kantore kunnen worden ontslagen onder behoorlijke cautie voor of consignatie van de geïucurreerde boeten.

Art. 285.

Publiek geadmitteerde postwagens zullen , na gedane aanhaling der goederen , waaromtrent de fraude of andere overtreding is begaan , in hunne reize niet worden opgehouden ; doch zullen de directeur, posthouder of commissaris van voorschreven wagens aansprakelijk zijn voor de boete , door hunne knechts of diegenen , welke van hunnent wege den postwagen rijden of begeleiden, verbeurd , en verpligt zijn 0111, ten genoege der Administratie , eene borgtogt te stellen, waarop voorschreven boeten kunnen worden verhaald.

Voor zoo ver de goederen, omtrent welke fraude of andere overtreding bevonden wordt, op de vracht-lijst der post-wagen gebragt zijn, die tot het doen der declaratie dienen moet, zal geene boete ten laste van den Directeur, posthouder of commissaris worden gevorderd.