tenaar te presteren Borgtogt, zal fpeciaal, en bij onze sue-

.cessive Besluiten worden bepaald.

>

Art. ?>. De in gereede gelden te fourneren Borgtogten zul- ; Jen worden gestart bijéén onzer Ontvangers-Generaal; zullendte I da betaling daarvan geschieden in vier termijnen, te weten: een vierde part, dadelijk bij de aanvaarding van het Ambt, , waarvoor de Borgtogt wordt gesteld, en de overige drie vierde i parten, van drie tot drie maanden daarna, telkens tot een gelij k vierde part.

Zoodanige der comptabele Ambtenaren, welke reeds sedert bet begin van dezen jare i8i4 htïnne respective bedieningen bebben uitgeoefend, zullen de reeds verschenen termijn hunner te stelleu Borgtogt, te gelijk met de volgende te verschij- . nen termi n moéten presteren; zullende dezelve Borgtogten, in allen gevalJe vóór het eindigen van dit loopende jaar, voor ; het geheel, in 'siauds kas moeten zijn overgestort.

Art. 4. De Ontvangers-Generaal, ten wiens kantore de voorschreven overstortingen worden geëffectueerd, zullen daarvoor telkens aan de fourneerders afgeven eene quittantie met strook.

Zoodra eene Borgtogt ten vollen is gepresteerd, zullen de evengemelde provisionele quittautieri worden ingetrokken, en daar tegen worden uitgegeven eene acte van inschrijving in het algemeene register der Borgtogten, geteekend door zoodanig ambtenaar, als bij het departement van linancien daartoe speciaal zal worden gedesigneerd.

Deze acte zal, ten meerderen blijke Van authenticiteit, worden geviseerd door Onzen Secretaris van Staat voor de linancien.

Art. 5. Wanneer het vergund zal zijn, eenige Borgtogt in vaste goederen , of in ingeschrevene Kapitalen in het Grootboek van de doorloopende Nationale Schuld te presteren, zal dezeive dadelijk, bij de aanvaarding van het Ambt, op de gedachte Goederen of Kapitalen moeten worden geaffecteerd.

Art. 6. Die gene welke niet binnen de bepaalde termijnen zijne Borgtogt, of de vereischte gedeelten van dien, zal hebben gepresteerd, zal in zijn Ambt niet kunnen of vermogen te continueren, en zal het Ambt, door den nalatigen bekleed, als vacant beschouwd, en daarvan , zoo verre zulks eenig apder Oepartement concerneert, aan de administratie waartoe het behoort, door het Departement van Financiën kennis worden SegeYe».