bet hier bovengemelde derde artikel, aan een minder regt onderhevig is.

3. Tot voorkoming van klagten, over het ongelijk tauxeren der koren-ligters , toegestaan bij art. 24 van liet reglement, zullen deze vaartuigen aan dezelfde meting, ijking en branding onderworpen zijn, als de verdere schepen en vaartuigen dezer maatregel subject; edoch, voor de meerdere ruimte , tot liet luchten en verschieten der granen benoodigd, ecne korting van een derde toegestaan, en de capae.ieit alzoo berekend worden naar hetgeen ala volU en bekwame lading met dezelve kan •worden vervoerd.

4. De schippers, welke, krachtens art. 6 der wet, volgens het aantal reizen, hun verschuldigde in het lastgeld moetin opbrengen, zullen, tot nadere voorziening kunnen volstaan niet de heen- en weder-reis, voor ééne rei» aan te geven.

5. Daarentegen zullen de schippers van beurt- en veerschepen, niet op de zeilagie gebouwd, welke goederen en passagiers tevens vervoeren , en alzoo vallen in de termen der 5^e en 7de klassen der belasting, niet kunnen reclameren het effect van art. 12 der Wet , om pro rato van hunne ladingplaatsen in het lastgeld te worden aangeslagen, maar gehouden zijn , met alle andere schippers , eigenaars en directie voerend» van beurt- en veerschepen der 5^e klasse, volgens de reize te betalen, onvermind«rd de oplegging van het pass agie-ge ld, door hen van de passagiers in te vorderen.

6. Schuitjes en pontjes, gebezigd wordende tot beurten en veeren , waarvan de vracht-loonen voor de reize pf overvaart voor één persoon, niet meer dan drie duiten bedragende zijn, zuilen onderworpen *ijn aan het regt der klasse, volge*a artikel 4 der Wet.

7. De schuitjes , pontjes en klein® vaartuigen nimmer tot vervoer, maar in gesloten vijver» tot sieraad van buitenplaatsen verstrekkende, kunnen zoo lang dezelve alleen hiertoe dienstbaar zijn, niet geacht worden onderwerpen van belasting uit te maken.

8. Overigens zullen de scheepa-meters en ijk-meesters in het meten en ijken der schepen zicb stiptelijk gedragen naar de hun gegevene instructiën, en ter betere naleving van het voorgeachrevene bij art. i5 der wet, nopens het niet onder de ladingJ plaats en gevolgelijk ondei'het lastgeld begrijpender roeren, ka-> juiten en vooronders tot berging en logement der schippers-equipagiën en passagiers bestemd, de meting doen plaats hebben van .Tastschot tot vastachot.

9. De Schippers, eigenaars en directie voerende van schepen, jen yaartuigen, welke aondcu mogen sustiuerea buiten '«land»