STAATSBLA 11
DER
VEREEN IGDE NE D E RL AND EN.
(N°. 42.) Besltjit van den 26uien Maart 1814, n°. 5; houdende modificatiën op de belasting van het JBinnenlandsch Last- , TV&tev* , Plaizier- en JPassagïegeld.
Wij TVILLEM, 111 de gratie GODS, Prince van Oranjes Nassau , Souverein Vorst der Vehbenigdjs Nederlanden, enz., enz. , enz.;
Willende voorzien in de moeijelijklieden, welke, de strikte toepassing, der weder ingevoerde Wet op het Binnenlandsch Last-, Water-, Plaizier- en Passagie-geld, van den 23*te» Januarij 1809, en de daarop gevolgde reglementaire en exëcutoire bepalingen, voormaals ontmoet heeft in den ophef van dit raiddel;
Wijders verlangende, om bij het te dien einde verleenen der vereischte faciliteiteo, tevens weg te nemen, alle zoodanige twijfelingen, als zich omtrent andere punten van gemelde Wet en reglementaire bepalingen hebben opgedaan;
behoord de voordragt van onzen Commissaris-Generaal to^ de zaken der Financiën;
Hebben besloten en besluiten:
Art. 1. De watersohepen, welke zout water aanvoeren voor de zoutzieders, of zoet water voor de bierbrouwers, zullen schoon het water, hij art. 3, der Wet, opgenoemd wordt onder de voorwerpen, welker uitsluitende vervoering de overdekte schepen tot eene verminderde belasting, volgens de tweede klasse terug brengt, behooren gerangschikt te worden, onder de schepen van de eerste klasse.
2. Desgelijks zullen de aardappelen niet gerekend kunnen wortel) te behooren tot de groenten, welker vervoering, volgen»