In den wedstrijd te Gouda in 1884, welke zeer belangrijk mag genoemd worden, niet alleen omdat daarin de oude garde, namelijk Messemaker, Dupré en Bemina, voor de laatste maal op alle prijzen beslag legde, maar meer nog, omdat op dit tournooi voor de eerste maal met beperkten bedenktijd, alzoo met klokjes gespeeld werd. Dat had heel wat voeten in de aarde gehad, alvorens men tot dien maatregel had durven overgaan. Maar aangezien het zonder tijdlimiet nog al eens voorkwam, dat de heeren over eiken zet een kwartier nadachten en zoodoende sommige partijen van 's morgens vroeg tot in den nacht voortduurden, moest het Bestuur het noodzakelijk kwaad wel invoeren. En zoo werden dan in dezen wedstrijd bij wijze van proef twaalf kleine vierkante klokjes gebruikt, zooals de deelnemers aan den tocht naar Crefeld zich misschien nog zullen herinneren, en die telkens als men niet aan zet wat omgekeerd moesten worden.
Bovendien had hier in Gouda voor de eerste maal een schifting in twee klassen plaats. Men begon te begrijpen dat er ook voor de jongere spelers iets diende gedaan te worden.
Uit deze tweede klasse zouden al die eminente spelers voortkomen, die nu nog een eereplaats in de Hollandsche schaakgelederen innemen.
In het jaarboekje voor '83 leest men bij het besluit, dat toen genomen werd: „En daarom fiat voor een tournooi der jongeren! Ook aan het Schaakbord zeggen wij met Otto Roquette;i)
„Hier ist das Land der Jugend und des Lebens;
„Der Jugend freiem Drang gehort die Welt."
En verder heet het:
„Hoe meer sporten er aan den ladder des roems getimmerd worden, hoe gemakkelijker het wordt haar te beklimmen. En dus, schakers! trekt uw laarzen aan; gij weet: dit 2^e tournooi is wel voor de jongeren, maar uwe geboorteacte behoeft ge niet mee te brengen." 2) Nu, die „ladder des roems" telt heden ten dage al heel wat meer sporten. Het werken met de klok deed sterk zijn invloed gelden op dit tournooi. Veel fraais werd er over het algemeen wel niet geleverd, maar op dezen wedstrijd was het spel al bijzonder geestloos, alhoewel er met een tempo van 15 zetten per uur gespeeld werd, zonder dat op overschrijding gelet werd. Daarom besluiten we dit hoofdstuk met een op dit tournooi gespeelde consultatiepartij, waarin de garde de overwinning behaalde over twee jongeren, wier heldenfeiten met die van nog jongere, even talentvolle spelers, een volgend Feestnummer zullen vullen.
KIESERITZKY-GAMBIET.
N°' 11. Gespeeld in den Bondswedstrijd te Gouda in 1884.
Wit: C. E. A. Dupré. Zwart: Jhr. D. van Foreest.
1. e2 — e4 e7 — e5 8. D dl — e2 f4 — f3
2- f2-f4 e5 X f4 9. g2 X f3 g4 X f3
3. Pgl —f3 g7 — g5 10. Pe5Xf3 Lc8-g4
4. h2 — h4 g5 — g4 11. De3Xe7+ P g8 X e7
5. Pf3 —e5 L f8 — g7 12. Lfl—g2 L g4 X f3
6. d2 — d4 d7 — d5 13. L g2 X f3 L g7 X d4
7. e4 X d5 D d8 — e7 14. c2 — c3 L d4 — e5
1) Asjeblieft voor de R geen M lezen!
2) Geen overbodige waarschuwing! Als men bedenkt, dat de destijds reeds 50 jarige heerj. Coster zich tot die jongeren rekende. En de nu 81 jarige slaat nog geen wedstrijd over, mits het maar niet te ver is!