en een zich reeds na de 3de ronde terugtrok, maakten slechts twee buitenlanders den wedstrijd geheel mede. Door de geringe aangifte van vreemdelingen was reeds het aantal Nederlanders op 9 gesteld, zoodat ten slotte de wedstrijd slechts tusschen 11 spelers plaats had.

De uitslag was dat Dr. A. G. Olland met 8 p. den eersten prijs en daarmede den meestertitel van den Nederlandschen Schaakbond verwierf; de verdere prijswinners waren de heeren B. Leussen met 7;/= p., Jhr. A. E. van Foreest met 7 p., Victor Exner met 6 p., R. J. Loman en Dr. N. Mannheimer, beiden met 512 p.

De Algemeene Vergadering van 3 Augustus 1902 te Rotterdam gaf aan het Bestuur de machtiging het volgende jaar een Internationalen HoofdklasseWedstrijd en een Meestertournooi uit te schrijven te 's-Gravenhage.

Reeds op bl. 34 j.g. 1903 moest het Bestuur de mededeeling plaatsen, dat wegens verschillende redenen dit jaar geen meestertournooi kon gehouden worden en dat het krachtens art. 24 van het Huishoudelijk Reglement gebruik makend van zijn bevoegdheid, had besloten de Alg. Vergadering, Groote Bondswedstrijd en Internationale Hoofdklasse-Wedstrijd te houden te Hilversum en daar tegen deze voorloopige beslissing geen bezwaren werden ingebracht (Zie bl. 61 j.g. 1903), nam de Derde Internationale Hoofdklasse-Wedstrijd een aanvang te Hilversum den 3den Augustus en eindigde den 13den Augustus.

Het aantal deelnemers bedroeg 16, waaronder 8 Nederlanders; de uitslag was dat de heer P. S. Leonhardt uit Leipzig den eersten prijs en daarmede den Meestertitel van den Nederlandschen Schaakbond verwierf met 12 p.; de overige prijswinners waren de heeren O. Düras uit Praag met ll'/« p., B. Leussen uit Groningen met 10 p., A. Speyer uit Amsterdam met 9'/s p., A. Neumann uit Weenen met 8 p., J. F. S. Esser uit Leiden met 7 p., F. Brown uit Dudley, J. W. te Kolsté uit 's-Gravenhage en M. Lange uit Berlijn met elk 6V2 p.

Volgens besluit der Alg. Vergadering van 31 Juli 1904 te Leeuwarden, kreeg het Bestuur de machtiging het volgend jaar te Scheveningen een Internationale Hoofdklasse-Wedstrijd en zoo mogelijk ook een Meester-Wedstrijd uit te schrijven.

Ook hier bleken de verwachtingen wat het Meestertournooi betreft te hoog gespannen en besloot het Bestuur een gemengd tournooi te houden. Aldus werd te Scheveningen van 31 Juli tot 10 Augustus 1905 de Vierde Internationale Hoofdklasse-Wedstrijd gehouden, waaraan 5 Buitenlandsche en 6 Hollandsche Hoofdklassespelers benevens drie Meesters deelnamen. Er was bepaald, dat . dien Hoofdklassespeler, die het hoogst aantal punten zou behalen, de titel van Meester van den Nederlandschen Schaakbond zou worden toegekend.

De uitslag was dat de heer F. J. Marshall (Meester), met 1 l'/s p. den eersten prijs verwierf, B. Leussen (Hoofdklassespeler), met 9 p. den 2d^n prijs en daarmede den Meestertitel van den Nederlandschen Schaakbond, R. Spielmann met 8'2 den 3den prijs, O. Düras (Hoofdklassesp.eler) en R. Swiderski (Meester), met elk 8 p., den 4<3en en 5den prijs deelden, R. J. Loman den 6den prijs met 7'2 p. en P. S. Leonhardt (Meester) met 7 p. den 7den prijs.

Van elk der vier Internationale Hoofdklasse-Wedstrijden verscheen een verslag, waarin al de gespeelde partijen zijn opgenomen, en dat door den N. S. B. in den handel werd gebracht.