No. 33 (Marengo).

No. 34 (Hippolytus).

No. 35 (Hermione).

No. 36 (Cavalcade).

No. 42 (Bene qui latuit, bene vixit I).

Daar slechts twaalf onderscheidingen beschikbaar waren, moesten nog vier opgaven buitengesloten worden. De prijsrechters besloten tenslotte, zij het met een gevoel van groot leedwezen, de vier volgende problemen niet voor eene belooning in aanmerking te brengen : No 16 (Kirchholm, fraai van gedachte, maar heeft als schaduwzijden de ongelukkige stelling van de witte pionnen en na 1 ... c5 de hinderlijke dual 2. Pb6 of 2. f4-}-) ; No. 27 (Roma, bevallig uitgewerkt, maar ouderwetsch van smaak); No. 29 (1'Idée fantastique, vol verleidingszetten en zeer aardig, maar overladen met hinderlijke witte pionnen); No. 31 (Zes en elf, aardig en smaakvol, maar daarnaast toch wel zeer eenvoudig).

Bij het onderzoek van de thans overblijvende prijs-candidaten waren de prijsrechters het spoedig eens, dat voor de uitgeloofde prijzen in de eerste plaats de nos. 14, 15, 32, 33, 34 en 35 met elkaar te kampen hadden. Van deze problemen scheen der jury no. 14 het zwakste, zoodat voor haar de eerste eervolle vermelding werd weggelegd. Om de eerste drie prijzen streden de nos. 33, 34 en 35 een verbitterden strijd, totdat de prijsrechters het eindelijk over deze volgorde der prijzen eens werden: lste prijs no. 33 (Marengo).

2de prijs no. 35 (Hermione).

3de prijs no. 34 (Hippolytus)

4de prijs no. 32 (Silence)

5de prijs no. 15 (lm traurigen Monat November war's). lste E. V. no. 14 (De dame doet ook mee).

2de E. V. no. 20 (Ter herdenking onzer honderdjarige onafhankelijkheid). 3de E. V. no. 18 (I shot an arrow).

Verder kregen bijzondere vermeldingen: no. 13 (Een herftstbloempje). no. 26 (Felicitas). no. 36 (Cavalcade), no. 42 (Bene qui latuit, bene vixit I).

En thans volge de kritiek der prijsrechters over de uitverkorenen :

lste prijs no. 33. Eene keurig bewerkte opgave. De afwikkeling draagt een rustig en zich weinig op den voorgrond stellend karakter; zij doet door hare verborgen bekoringen een beroep op de fijngevoeligheid en den gelouterden kunstsmaak van den oplosser. De zonder merkbare dwang verkregen vereeniging van vele bevallige varianten in verbinding met den uitstekenden inleidingszet verraden de meesterhand van den componist.

2de prijs no. 35. Welke bekoring ook van dit probleem uitgaat en hoezeer in vele opzichten ook van grootscher opzet dan het eerste prijsprobleem, kan dit schitterend werk zich in fijnheid van afwikkeling toch niet met zijn overwinnenden mededinger meten. De aanwezige dubbele dreiging oefent bovendien een ietwat storenden invloed uit.

3de prijs no. 34. Eveneens een voortreffelijk probleem met eene uitstekende pointe in de hoofdvariant. De eerste zet — die helaas eenigszins aangewezen is — sluit twee dreigingen in zich, waarvan intusschen de eene zoo verborgen is, dat de oplosser haar niet eerder ontdekt dan wannéér hij door een verdedigingszet van zwart gedwongen wordt haar te vinden.

4de prijs no. 32. Een belangwekkend probleem, dat iets buitengemeens