No. 1211. Gespeeld in het Meestertournooi A te Bannen, 15 Augustus 1905.

Wit: Berger. Zwart: Marshall.

(14 Opening".

1. d2 — d4 d7 — d5

2. P gl — f3 c7 — c5

3. e2 — e3 P b8 — cö

4. c2 — c4 c5 x d4

5. e3 — d4: L c8 — g4

Bleijkmans speelde hierop te Scheveningen tegen Marshall 6. Le3, waarna deze met 6. . . . e5 tot aauval kwam. De zet is dus, ofschoon Bleijkmans woa, nauwelijks aan te bevelen.

6. c4 — d5:

Dit ziet er bedenkelijk uit, daar de tegenpartij een niet geringe voorsprong in de ontwikkkeling krijgt. Na

6. . . . D d8-d5:

heeft zwart 3 officieren ontwikkelt, wit slechts een. De zwarte dame kan echter op den duur niet op d5 blijven en zoo gaat het ontwikkelingsvoordeel weder verloren.

Terloops zij opgemerkt, dat zwart door de voortzetting 6.... Lf37. Df3: Pd4:, wegens 8. De4! in een onaangename toestand zou geraken. Bijv. 8... . DcS ?, 9. Pc3 Pf5, 10. Lb5f of 8.... e5, 9. Le3! (Niet 9. De5: wegens De7, 10. De7 :f Pe7: en zwart wint den pion met goed spel terug) Lb4f, 10. Pc3 Pe7 (in aanmerking komt ook De7) 11. Ld4: ed4:, 12. Lb5f Kf8, 13. Dd4: Pd5 :, 14. 0-0-0! Dg5|, 15. f4! Df4:f, 16. Df4: Pf4:. 17. Tfl enz. Wit heeft een sterken aanval.

7. L fl - e'2

Zeer interessant is 7. Pc3 Lf3 8. Pd5 : Ldl9. Pc7f Kd7!, 10. Pa8: Lhö! Hierbij beslist de lastige vraag of het paard a8 er levend afkomt. De onmiddellijke bevrijdingspogingen schijnen hun doel te missen, bijv. 11. Lf4 e5 !,] 2. de5 : (Vooral niet Le5:, daar zwart met Lb4 een prach¬

tig mat zou toonen!) Lb4f, 13. Ld2, Pe7, en zwart wint. Of 11. d5 Pd4, 12. Lf+ e5, 13. de6 fe614. Pc7: Lb4f, 15. Ld2 Pc2±. Of 11. d5 Pd4, 12.Le3! Pc2f, 13. Kd2 Pe3:! (verderfelijk ware Pal:, daar wit met 14. Lb5 een overwegend spel krijgt) 14. Lb5f Kd8, 15. fe3 : e6 !, 16. Tacl Ld6. De dagen van het paard schijnen geteld te zijn. Wit heeft echter zijn kruit nog lang niet verschoten en kan door verdubbeling van de torens op de c-linie nog ouberekenbare verwikkelingen teweeg brengen. Alleen het nauwkeurig onderzoek van de variant 17. de6 : fe6 :, 18. Te4 a6 ! kan beslissen of 7. Pc3 te spelen is. Zulke uitgebreide analysen gaan echter, bij beperkten bedenktijd de kracht, ook van de grootste meesters, te boven.

7. . . . e7 — e6

Slechts schijnbaar goed is 7... . e5. Wit zou zich nl. niet op 8. de5 : Lf3 : !, 9. Lf3 : Ddl :f inlaten, doch 8. Pc3 Lb4,

9. Q — 0 kiezen, omdat 9. .. . Lc3 :f, 10. bc3 : ed4 : 11. Pd4 : hem goede vooruitzichten opent.

8. 0-0 T a8 — d8

9. L cl - e3 P g8 - f6

10. P bi — c3 D d5 — a5

11. D dl - b3 T d8 - d7

12. T fl - dl L f8 - b4

Hier bood zich de gelegenheid den tijdgenoot een schilderij van heerlijke kleurenpracht voor te tooveren. 13. Pe5 Pe5 :, 14. deö : Tdl 15. Tadl : Lc3 : 16. Lb5-(- Kf8, 17. Lc5f Kg8, 18. Dc3 : Dc7 !, (fout is Db5 wegens 19. ef Ldl: of gf, 20. Df6 : fg en wint) 19. Lb6 ! ! en wit wint. Bij een combinatie heeft men echter met twee