No. 1204. Barmen.

Wit: A. Burn. Zwart: Janowski.

Geweigerd Dameg-ambiet.

1. d2 — d4 d7 — d5

2. c2 — c4 e7 — eÜ

3. P bl - c3 d4 x c5

Janowski nam te Barmen tegen Schlechter reeds op den tweeden zet den gambietpion, en vervolgde de partij aldus: 3. Pf3 (verhindert e5) Pf6 4. Pe3 a6 5. a4 b6 6. e3 Lb7 7. Lc4: e6 waarbij wit het nadeel heeft van een ingesloten koninginneraadsheer. [n denzelfden gedachtengang gaat de ontwikkelingsmethode van zwart in deze partij.

4. e2 - e3 P g8 — f6

5. L fl x c4 a7 — a6

6. P gl — f3

Marshall kwam door 6. Df3 ? c5 7. d5 ed5: 8. Pd5: Pbd7 9. Ld2 Pe5 10. Pf6:f gf6 : 11. I)e4 Lg7 12. Pf3 f5 in het nadeel.

Het beste is a2 — a4; toch heeft ook deze zet zijn schaduwzijden.

6 b7 — b5

7. L c4 — b3 L c8 — b7

8. 0 — ü L f8 — el

9. P f3 - e5 0 — ü

10. D dl - e2 c7 — c5

11. T fl — dl D d8 — c7

c5 — c4 komt in aanmerking.

12. f2 - f4 P 'b8 — c6

13. P e5 x c6

De positie p. d4, Peö, p. f4 is na Td8 toch niet te houden.

13 L b7 x c6

14. d4 — d5

Indien wit toch besluit het centrum op te geven, dan ware het beter de pionnenmeerderheid op den damevleugel door dc5: te niet te doen; dat zwart de pionnenmeerderheid op den koningsvleugel krijgt doet weinig of niets ter zake, daar de

| vijandelijke koning op den konings vleugel is.

14 eö x d5

15. P c3 x d5 P f6 x d5

16. L b3 x d5 L b7 x d5

17. T dl x d5 T a8 —d8

18. T d5 x d8 T f8 x d8

19. e3 — e4 c5 — c4

20. L cl — e3 D c7 — c6

21. L e3 —f2 T d8 — d3

De ontwikkelingsvoorsprong, dien zwart in de opening verkregen had, bewerkt nu dat niet wit een T op d5, doch zwart een T op d3 krijgt.

22. e4 — e5

Op b3 volgt c3.

22 D c6 —d5

23. D e2 — g4 g7 —■ g6

24. T al - el h7 - h5

25. D g4 — c8f K g8 — Ii7

Stand na den 25sten zet van Zwart.

Wit heeft nu de keus tusschen 26. e6, 26. Da6: en 26. f5. Na 26. e6 zal door fe6: 27. Te6: Tdlf 28. ïel! Tel:f 29. Lel: Üc5| 30. Dc5: Le5:f 31. Lf2 een eindspel ontstaan, en wel iets gunstiger dan in de partij. Echter zal 26. Da 6: tot