na i. ... g5 doorzag. No. 1677 was Mackenzie's geliefkoosde 4zet. In later jaren trok de compositie van 4zetten M. minder aan: de moeite, die het componeeren van een goeden 4zet kostte, werd in den regel niet door het resultaat beloond, meende hij.

No. 1678. A. F. Mackenzie (f).

lste Prijs ex aequo „Columbia Chess Chronicle" 1888/89.

No. 1679. A. F. Mackenzie (f). Eerv. vermeld „Miinchener Neueste Nachrichten" 1889.

Mat in 2 zetten.

Mat in 3 zetten.

Wat nu de beide andere problemen aangaat, die ik geef, ik vertrouw, dat niemand op de gedachte zal komen, dat ik zoo dwaas zou zijn te meenen, dat ik telkens de beste aanbied uit den rijken schat, dien dit werk ons aanbiedt. Waarom ik nu echter deze koos? Wel, vooreerst omdat ik mij deze maal tot M.'s oudere problemen wilde bepalen. Dan: de 2zet leek mij merkwaardig om de matvoering op zich zelf en vooral om het ontbreken van duals daarin, terwijl ik in den 3zet werd getroffen door den stillen 2den zet na 1.. . . PC5, waarin M. dus reeds in het begin zijner probleem-carrière een meester bleek. 1)

Alkmaar, Nov. 1905. A. van Eelde.

1) Zijn eerste bekroning voor 3zetters — ook eene eervolle vermelding — behaalde Mackenzie in '81: tornooi Leeds Mercury. De internationale concurrentie zal daar wel niet zoo groot geweest zijn als in het Beiersche tornooi.